Dialoog centraal in nieuwe studierichting KTU Utrecht
De Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht (KTU) start per september een nieuwe masteropleiding: wereldreligies in conflict en dialoog. De eenjarige opleiding is bedoeld voor studenten en werkenden met een beroep waar religieuze vraagstukken om de hoek komen kijken.
Een afgestudeerd universitair student kreeg tot voor kort de titel doctorandus. Studenten die dit jaar begonnen zijn aan hun studie, hopen echter over drie jaar af te studeren als bachelor. Daarna kunnen ze doorgaan met een een- of tweejarige masteropleiding, vergelijkbaar met het doctoraal van vroeger. Deze verandering in het universitair onderwijs was nodig om uitwisselingen en internationalisering te bevorderen.
Ook de Katholieke Theologische Universiteit in Utrecht (KTU) werkt via dit internationale, Angelsaksische model. Zo kunnen studenten afstuderen als bachelor in de theologie, en zich daarna inschrijven voor het MA Theologie Professional-programma, bestemd voor diegenen die een kerkelijke functie willen uitoefenen in pastoraat of educatie.
Nu komt daar in september de masteropleiding wereldreligies in conflict en dialoog bij. Een goed uitziende folder omschrijft het doel van de opleiding als: „Intensief kennismaken met de wereldreligies christendom, jodendom, islam en boeddhisme.”
Concreet betekent dat dat de KTU docenten en hoogleraren uit de verschillende godsdiensten colleges laat geven. Zo is de Joodse Judith Frishman hoogleraar rabbinica en doceert professor Nasser Abu Zaid over de islam.
„Maar het is niet de bedoeling dat ik uitleg ga geven over de Joodse feestdagen”, zegt Frishman desgevraagd. „Die kennis moeten de studenten maar tijdens hun bacheloropleiding opdoen, of anders uit de verplichte literatuur. Het gaat ons om de dialoog tussen de verschillende religies: hoe kijk ik als Jood tegen het christendom aan?” Als voorbeeld noemt Frishman de colleges die zij samen met een christelijke docent geeft over de wederzijdse uitdaging tussen het christendom en het Jodendom. Daarin gaan zij onder andere in op de relaties tussen Joden en christenen voor en na de holocaust.
Het vertrekpunt van de opleiding is het christendom in het algemeen en het rooms-katholieke christendom in het bijzonder. Frishman: „Studenten, van welke religie dan ook, moeten zich bewust worden van de christelijke wortels van de maatschappij en de gevolgen daarvan voor een multiculturele en multireligieuze maatschappij.” Volgens Frishman heeft het christendom ondanks de secularisatie nog steeds invloed op elke Nederlander. „We leven niet in een neutrale maatschappij. Ook niet-christelijke Nederlanders hanteren christelijke grenzen. De zondag is de rustdag en niet de zaterdag. Een hoofddoekje hoort niet.”
De nieuwe masteropleiding is duidelijk een vormende opleiding, geen beroepsopleiding. Zo is zij geschikt voor ambtenaren, maar ook voor mensen uit het bedrijfsleven. Concrete voorbeelden zijn maatschappelijk werkers, woninginspecteurs, personeels- en politiefunctionarissen. De cursus is, kortom, toegesneden op mensen die vooral in de sociale sector werkzaam zijn.
Alleen mensen met een academische theologische opleiding worden zonder meer toegelaten. Kandidaten met een ander universitair diploma of met een hbo-opleiding moeten een schriftelijk toelatingstentamen doen op basis van literatuurstudie.