„Goed voornemen niet gedoemd te mislukken”
Elk jaar nemen acht op de tien Nederlanders zich voor om op 1 januari te stoppen met roken, minder geld uit te geven, meer te sporten of gezonder te eten. Toch weet slechts een op de zes de goede voornemens vast te houden en de doelen te behalen. Een veel hoger succespercentage is echter mogelijk, stelt André Aleman, hoogleraar neuropsychologie bij het UMCG in Groningen.
Volgens hem mislukken de goede voornemens meestal door de factoren gewoonte, gemak en genot. Die drie verhinderen gedragsverandering. „Dat wil echter niet zeggen dat ingesleten gedragspatronen niet te veranderen zijn”, aldus Aleman.
Van belang is volgens hem om kleine stappen te nemen en die concreet te benoemen. „Het helpt ook om te visualiseren, voor je te zien hoe je het uit gaat voeren. Bedenk de concrete handelingen die je moet doen om te slagen, bijvoorbeeld de wekker de avond tevoren wat vroeger zetten als je de dag erop eerst wilt gaan sporten ’s ochtends”, zegt de gedragswetenschapper.
Daarbij zouden mensen, elke keer als ze gesport hebben, zichzelf een compliment moeten geven. De voldoening dat het doel voor die dag is gehaald, werkt volgens Aleman als een beloning. Ook is het van belang om eigen ‘smoesjes’ om niet te hoeven sporten zoals ‘te druk’ en ‘te moe’, door te hebben. „Je moet van het nieuwe gedrag juist een routine maken waar je niet meer aan gaat tornen”, stelt de hoogleraar.