Opinie

Bijbellezen aan tafel is vaak formaliteit

Het ongeloof neemt toe in de gereformeerde gezindte, betoogt Pierre J. Beaujon.

Pierre J. Beaujon
3 January 2018 10:24Gewijzigd op 16 November 2020 12:19
beeld iStock
beeld iStock

Aan het begin van mijn docentschap, jaren geleden, had ik het voor de klas over de profeten en koningen: Samuël en Saul, Nathan en David, en uiteindelijk Elia en Achab. Vol overtuiging vertelde ik over de strijd op de berg Karmel tussen de ware God en de afgod Baäl, en toen de klas hoorde over het offer dat plaatsvond, kwam het hoge woord eruit: „Ach meneer, dat gelooft u toch zelf niet?”

Daar sta je dan. Wat nu? Ik antwoorde: „Het staat in de Bijbel, dus ik geloof het.” De jongen nam daar geen genoegen mee en vroeg: „Waarom zien we zulke wonderen dan niet meer in onze tijd?” Dat overviel me echt en ik kon er geen antwoord op geven. Achter in de klas zat echter Sam, die antwoordde: „Jeffrey, dat komt door ons ongeloof.”

Soms worstel ik met de vraag of we echt nog geloven dat de Bijbel Gods Woord is. Al die ‘ongeloofwaardige’ dingen die daarin staan: mensen die uit de dood opstaan; een ijzeren bijl die, nadat er een stuk hout op het water is gegooid, naar boven komt drijven; een dode die op het graf van Elisa valt en tot leven komt. „Meneer, dat kan toch niet?” zeggen sommige leerlingen ronduit.

Mythes

Hoeveel kerkgangers zouden niet met dezelfde gedachte rondlopen? Of met de vraag of de Bijbelse geschiedenissen niet hetzelfde zijn als de mythes, legendes en verhalen vol folklore van oudsher? In onze tijd lijkt de Bijbel niet meer Gods Woord te zijn, maar eerder het woord van mensen over God.

Tijdens de lessen op school krijg ik ook geregeld de opmerking van leerlingen dat ze de Bijbel niet begrijpen. Hoe kan dat? De Egyptische hiërogliefen hebben we ontrafeld, maar de Statenvertaling kunnen we niet meer lezen? Waarschijnlijk ligt de oorzaak hierin dat we de moeite niet meer wíllen nemen om de Bijbel goed te lezen. Volgens mij wordt hier thuis onvoldoende aandacht aan besteed.

Als ik de verhalen van sommige leerlingen moet geloven, is het lezen van de Bijbel aan tafel een formaliteit geworden. We lezen de Bijbel uit gewoonte, maar we bestuderen die niet. Dat moet de predikant maar doen, hij heeft ervoor gestudeerd, zeggen velen onder ons. Maar klopt dat wel? Waar zijn toch de zonen van Issaschar gebleven? Zij waren ervaren in het verstaan van de tijden, om te weten wat Israël doen moest (1 Kronieken 12:32). Is het dan niet terecht wat Hosea schrijft? De Heere klaagt over Zijn volk dat wordt uitgeroeid, omdat het zonder kennis is (Hosea 4:6). Het gaat hier níét om verstandelijke kennis, maar juist om zaligmakende kennis van de Heere.

Betoverd

Tijdens de Nadere Reformatie hebben de vaderen de degens gekruist met de tijdgeest en met de opkomst van de verlichting. Vandaar dat er ook zo veel nadruk op de praktijk der godzaligheid werd gelegd. Ik mis in onze tijd de ijver voor de dienst van God en de honger naar geestelijk voedsel. Geestdrift en ambitie om anderen te laten delen in ons geloofsovertuiging verflauwt. We durven niet meer op te komen voor ons geloof (1 Petrus 3:15). Dat is niet wat ik bij Willem Teellinck (1579-1629), Wilhelmus à Brakel (1635-1711), Theodorus van der Groe (1705-1784) noch bij de andere vaderen lees. Wat is er toch gebeurd? Of, om het met de woorden van Paulus te zeggen (Galaten 3:1): Wie heeft ons betoverd?

Geloven we nu echt dat wat de Bijbel zegt waar is? Laatst sprak ik een leerling die moeite had met het lezen van de Bijbel en twijfelde aan het bestaan van God. Er zijn alternatieven voor het bestaan van God ontstaan. Het gevolg is dat we nu, uit twijfel en onzekerheid, maar weinig geloof meer uitstralen.

De vaderen van de Nadere Reformatie hadden een sterke overtuiging van het oprechte geloof. Hebben we het ingeruild voor het materialisme of heeft de ingewikkelde setting van het postmodernisme ons verlamd? Hoe het ook zijn mag, de profeet Joël is daar duidelijk in (Joël 2:25): het is de Heere Zelf Die Zijn grote leger onder ons gezonden heeft, opdat het volk tot Hem zou wederkeren.

De auteur is docent in het voortgezet onderwijs.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer