Palestijnen: Jeruzalem is niet te koop
De Palestijnen hebben afwijzend gereageerd op een dreigement van Donald Trump. De Amerikaanse president waarschuwde dat hij de geldkraan naar het Palestijnse bestuur zou kunnen dichtdraaien. „Jeruzalem is niet te koop”, reageerde een woordvoerder van president Mahmoud Abbas.
De Verenigde Staten kondigden dinsdag aan ruim 211 miljoen euro aan hulp aan Pakistan in te trekken omdat het land volgens Washington niet volledig meewerkt aan de strijd tegen terrorisme. „Pakistan is niet het enige land waar we miljarden dollars aan betalen voor niets. Zo geven we jaarlijks honderd miljoenen aan de Palestijnen maar krijgen daar geen waardering of respect voor terug”, tweette Trump.
Trump riep bij de Palestijnen veel weerstand op door Jeruzalem te erkennen als hoofdstad van Israël. „We hebben Jeruzalem, het lastigste punt, van tafel geschoven maar we moeten nu gaan praten over vrede. De Palestijnen willen dat niet meer. Waarom zouden wij dan in de toekomst zoveel geld aan hen spenderen?”
De zegsman van Abbas stelde op zijn beurt dat de Palestijnen wel degelijk bereid zijn te onderhandelen, maar dat het uitgangspunt moet zijn dat een Palestijnse staat wordt opgericht binnen de grenzen van 1967. Als Washington graag vrede wil, moeten het volgens de zegsman tegemoet komen aan die Palestijnse wens.
Uit Amerikaanse overheidscijfers blijkt dat de VS het afgelopen decennium gemiddeld ongeveer 400 miljoen dollar per jaar uittrokken voor economische steun aan de Palestijnen. Dat geld ging onder meer naar het Palestijnse bestuur van Abbas en projecten van het Amerikaanse agentschap voor ontwikkelingshulp (USAID).