Beroep tegen vonnis oorlogsmisdaden Ethiopië
De 63-jarige Ethiopische Nederlander Eshetu A. die door de rechtbank is veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor oorlogsmisdaden in de jaren zeventig heeft hoger beroep aangetekend. Dat laat zijn advocaat Sander Arts weten.
Volgens de verdediging is er niet „voldaan aan een eerlijk strafproces”. Vooral omdat de rechtbank weigerde getuigen te laten horen over schriftelijke stukken uit het Ethiopische strafdossier die als bewijsmiddel tegen A. werden gebruikt. A. heeft de indruk te zijn ‘tentoongesteld’ in plaats van een eerlijke en objectieve rechtsgang te hebben gekregen, stelt zijn advocaat. Ook andere onderzoekswensen werden volgens hem niet ingewilligd.
Een woordvoerder van Openbaar Ministerie laat weten dat ook het OM hoger beroep heeft aangetekend, wat een standaardprocedure is als de andere partij dat doet.
A. had in de destijds een militaire sleutelpositie voor het zogeheten Derg-regime in de Ethiopische provincie Gojjam. In die hoedanigheid was hij verantwoordelijk voor het opsluiten, martelen en vermoorden van tientallen tot honderden mensen, veelal minderjarigen, oordeelde de rechtbank. Een van de feiten die de rechtbank bewezen heeft verklaard, betreft de executie van 75 jonge mensen, in een kerk op het terrein van een gevangenis.
De man kwam in 1990 als asielzoeker naar Nederland. In eigen land werd hij bij verstek veroordeeld tot de doodstraf. Nederland begon zelf een zaak tegen hem, omdat het Ethiopische vonnis niet ten uitvoer kon worden gelegd.