Pechtold: Formatie slaagde dankzij mislukt gesprek met CU
Als het eerste gesprek tussen D66-fractievoorzitter Pechtold en zijn ChristenUniecollega Segers in mei niet was mislukt, zou de formatie van het huidige kabinet nooit zijn gelukt.
Die stelling betrekt Pechtold in een interview zaterdag in het ND. Hij blikt daarin onder meer terug op zijn ontmoeting met Segers op 23 mei. De gesprekken tussen VVD, CDA, D66 en GroenLinks over de vorming van een nieuw kabinet waren mislukt – een mogelijk vervolg met de CU moest worden verkend.
De conclusie na 3,5 uur praten was destijds dat een kabinet met D66 én CU niet haalbaar was. Daags na het gesprek keek Segers er in het Reformatorisch Dagblad ontgoocheld op terug: „Ik ging ervan uit dat we zouden bezien of we een gezamenlijke missie voor een kabinet zouden vinden.” Maar het gesprek draaide voor zijn gevoel uit op „een verkenning waarbij de uitslag voor D66 al bij voorbaat vaststond.” Namelijk: de CU weghouden van de formatietafel.
Vakantievierders
„Ik denk dat mijn gesprekspartner het gevoel had dat het een formaliteit was”, aldus Pechtold in het ND. „En dat was het niet.” Toch kijkt hij er positief op terug: „Zonder díé mislukking was het uiteindelijk niet gelukt een kabinet te formeren. Want daardoor konden de achterbannen duidelijk zien dat álles is geprobeerd en dat de Kamer vol zit met neezeggers, weglopers en vakantievierders als het om regeren gaat.”
Spijt van zijn handelen heeft hij niet: „Ik heb een rooms-katholieke achtergrond, en als ik ergens een hekel aan heb, is dat je door te biechten alles achter je kunt laten. Dat vind ik zo’n gemakzucht. Maar ik snap best de teleurstelling bij de CU: zij dachten dat hun bedje gespreid was, maar dat was het niet. Uiteindelijk ben ik uiterst tevreden met het resultaat dat er nu ligt. In de 3,5 uur dat het gesprek in mei duurde, zag ik die mogelijkheden nog niet.”
Meevaren
Pechtold prijst de wijze waarop de CU omgaat met verschillen in seksuele geaardheid. „In Balkenende IV werd er nog over gevochten of een minister mocht meevaren met de Gay Pride. Zo’n scenario was wel de angst waarmee ik de onderhandelingen in ging – dát wilde ik nooit meer meemaken.”
Hij is niet bang voor imagoschade onder christenen. Gelovigen zijn geen naïevelingen, stelt hij. „Als ik mijn belangen beter kan borgen met GroenLinks dan met de ChristenUnie, dan doe ik dat.”