Buitenland

Re-integratie FARC verloopt moeizaam

Officieel is de oorlog in Colombia voorbij. Regering en rebellen sloten een overeenkomst. Maar van échte vrede lijkt vooralsnog geen sprake. De re-integratie van voormalige FARC-strijders heeft nogal wat voeten in de aarde. Sinds het tekenen van de vrede met de rebellenbeweging FARC een jaar geleden, trokken 8000 strijders naar 26 zogenaamde transitiezones, verspreid door Colombia. Daar legden ze hun wapens neer en begonnen aan hun terugkeer naar de maatschappij. Hoe verloopt hun re-integratie?

Ynske Boersma
27 December 2017 17:25Gewijzigd op 16 November 2020 12:17
Moeder Valeria houdt de mollige baby, Jaira Valeria, in haar armen. beeld Ynske Boersma
Moeder Valeria houdt de mollige baby, Jaira Valeria, in haar armen. beeld Ynske Boersma

We bezochten een van deze kampen in Monte Redondo, een rurale gemeenschap in het zuiden van Colombia.

Het contrast is groot in Monte Redondo, een kleine dorpsgemeenschap in het met dicht groen overdekte Andesgebergte in het zuiden van Colombia. Het afgelegen dorp, alleen bereikbaar via een zandweg door de bergen, was jarenlang het verhitte strijdtoneel van de FARC-rebellen en het Colombiaanse regeringsleger. Nu zijn de twee voormalige aartsvijanden in kampen naast elkaar gestationeerd, als eerste stap op weg naar de vrede.

Nieuw leven

Eind juni legden de laatste strijders definitief hun wapens neer, waarna de transitiezones een nieuw leven kregen als Espacios Territoriales de Capacitacion y Reincorporacion (ETCR) – zones voor scholing en re-integratie van de gedemobiliseerde FARC-soldaten.

In Monte Redondo woont nu een zestigtal ex-guerrillero’s in een kamp van witte prefabhuizen met golfdaken. Aanvankelijk verbleven 224 FARC-leden in dit kamp, maar sinds het inleveren van de wapens heeft de meerderheid het kamp verlaten. De meesten om zich te verenigen met hun familie, anderen kozen voor een terugkeer naar de illegaliteit van de vele overgebleven gewapende groepen in het gebied.

Want de overheid komt haar beloften voor de re-integratie van de soldaten niet na, zeggen de guerrillero’s die zijn achtergebleven in Monte Redondo. Eén blik op het kamp is genoeg om te zien waarom. Skeletten van slaapzalen en gemeenschappelijke ruimtes wachten om te worden afgemaakt, kranen lekken, de betonnen vloeren staan vol water.

„Vind je het gek dat iedereen is vertrokken”, zegt de 27-jarige ex-strijdster ”Valeria”, haar naam binnen de guerrilla. Ze heeft gemengde gevoelens over het vredesproces. „President Santos kan wel willen, maar de tegenstand van de rechtse oppositie om de akkoorden uit te voeren is groot. Maar ik ben blij dat de oorlog voorbij is, dat we nu terug kunnen naar een normaal leven.”

Babyboom

In haar armen houdt ze een mollige baby, Jaira Valeria geheten. „Een vredesbaby”, zegt de trotse vader ”Jaira”, een jonge man met de uitstraling van Che Guevara. Met het tekenen van de vrede is een ware babyboom op gang gekomen onder de strijders van de guerrillabeweging, waar het krijgen van kinderen tijdens de oorlog verboden was. „Ik vraag me af hoeveel kinderen ik had gekregen als ik niet bij de FARC was gegaan”, zegt moeder Valeria lachend.

De ex-guerrillera sloot zich aan op haar veertiende. „Dat is jong, ja. Ik groeide op in een arm gebied met veel conflict. Mijn broer was al bij de guerrilla, en ook ik voelde de ogen op mij gericht. Dus toen ben ik ook bij de rebellen gegaan. Ik heb geen spijt, ik heb er veel van geleerd. Harde lessen, dat wel. De bombardementen, die blijven in je hoofd.”

Valeria en Jaira wonen sinds de ontwapening buiten het kamp, bij hun familie in dezelfde regio. Vandaag keerden ze terug om zich in te schrijven voor een cursus kippenhouden, aangeboden door de Colombiaanse overheid. Een dertigtal ex-strijders zit over formulieren gebogen, terwijl een overheidsambtenaar geduldig uitlegt welke hokjes ze dienen aan te kruisen om mee te mogen doen.

Een groot deel van de guerrillero’s komt uit arme rurale gebieden, en maakte in veel gevallen de basisschool niet af. Velen kunnen nauwelijks schrijven. Onderwijs is daarom een cruciaal onderdeel voor hun terugkeer naar een burgerlijk leven. Twee dagen in de week krijgen ze les, een spoedcursus basis- en middelbare school. En wie zover is, kan op afstand aan de universiteit studeren.

Afweten

Maar veel meer dan dat hebben ze voorlopig niet te doen. Van de beloofde productieprojecten om de ex-strijders in hun eigen onderhoud te kunnen laten voorzien, komt vooralsnog niets terecht. Zowel het geld als het land, benodigd om voedsel te verbouwen en dieren te houden, ontbreekt.

„Van onze kant zijn we onze beloften 100 procent nagekomen”, zegt kamp-verantwoordelijke Carlos Antonio Acosta. „We hebben de wapens ingeleverd, aangegeven waar de vermisten begraven liggen, commissies gevormd om de gemeenschap te helpen bij de substitutie van cocagewassen.”

„Maar de overheid laat het afweten”, vervolgt Acosta. „Het ontbreken van productieprojecten is een groot probleem. Het akkoord zegt niets over eigendom van land in de re-integratiezones, dat is een vacuüm in het verdrag. En voorlopig zit er nog geen geld in het fonds om de projecten te bekostigen, terwijl de plannen daarvoor al klaarliggen.”

Kampbewoner Hersain (43) besloot daar niet op te wachten en legde met zijn eerste overheidsuitkering en die van een guerrillero het geld bij elkaar om een kleine kippenfokkerij te beginnen, achter in het kampement, waar een klein stukje land uitkijkt op dichtbegroeide bergen, overdekt met felgroene cocaplantages en bananenbomen.

„Het is moeilijk rond te komen”, vertelt hij in de provisorische hokken, gebouwd van hout en zeil, waar hij zijn mollige witte kippen te eten geeft. „Met wat de winkels hier in het dorp betalen, kom ik niet uit de kosten. En geld voor een motor om mijn kippen naar markten verder weg te brengen, heb ik niet.”

Weggeblazen

Een zonnebril en een petje verhullen zijn gezicht, waarvan de helft werd weggeblazen in een bombardement. Achttien jaar bracht hij bij de FARC door. Omdat er nog steeds een arrestatiebevel tegen hem loopt, kan hij pas het kamp verlaten zodra hij wordt opgeroepen voor het vredestribunaal – op zijn vroegst over een halfjaar.

Zolang hij in dit kamp verblijft, zou hij graag groente verbouwen. Het ontbreekt hem echter aan land. „Nu krijgen we nog eten van de overheid. Maar zodra ze daarmee ophoudt, is het onvermijdelijk dat sommigen zich zullen aansluiten bij nieuwe gewapende groepen.”

Want hoewel de FARC het geweld heeft afgezworen, is van vrede nog lang geen sprake in Colombia. In grote delen van het land zijn nog steeds andere gewapende groepen aanwezig, die zich haasten om het machtsvacuüm, achtergelaten door de FARC, op te vullen en de controle over de drugshandel over te nemen.

Daarbij zijn er een geschatte 700 dissidente FARC-strijders die de wapens niet hebben neergelegd, of die onlangs weer hebben opgepakt – al dan niet gedesillusioneerd met het vredesproces.

De provincie Cauca was jarenlang een territorium van de FARC. Nu zij zich hebben teruggetrokken, pogen verschillende andere gewapende groepen, van drugskartels tot rechtse paramilitaire groeperingen en rebellenbeweging ELN, het gebied over te nemen. De regio garandeert niet alleen een doorgang naar de Stille Oceaan, maar ook de controle over vele coca- en marihuanagewassen die er groeien.

Nieuwe groepen

Ook de inwoners van Monte Redondo, op een halfuur rijden over een zandweg van het dichtstbijzijnde stadje Miranda, voelen de dreiging van deze nieuwe gewapende groepen. Zo werden kortgeleden nog vijf agenten vermoord op de weg naar het dorp. Door scherpschutters, verstopt in de jungle. Een week later werd ook een ex-FARC soldaat doodgeschoten.

„Tot nu toe is er weinig integratie met de FARC-soldaten in het kamp”, zegt inwoonster Nury Pilicue, een kleine inheemse vrouw die sinds zeven jaar in het bergdorpje woont. „We zijn te bang dat de paramilitairen ons met de FARC associëren, daarom houden we liever afstand.”

Voor sommige FARC-soldaten is de verleiding om zich bij deze groepen aan te sluiten groot. „De vertraagde implementatie van de vredesakkoorden is een risico, want sommigen beginnen hun geloof in het proces kwijt te raken”, zegt kampverantwoordelijke Acosta. „Het is geen geheim dat veel gedemobiliseerde strijders zich al hebben aangesloten bij een van de dissidente groepen in de omgeving. Met alle illegale gewassen in dit gebied, is het eenvoudig om een bende te beginnen.”

Aan de andere kant, relativeert Acosta: „Vrede bereik je niet van de ene op de andere dag. Het zou naïef zijn om te denken dat de overheid alle akkoorden zal uitvoeren. Wie dat verwacht, kent de geschiedenis van Colombia niet. Deze overheid heeft een lange traditie van het niet nakomen van beloften. Het bereiken van vrede is een proces, een langzaam proces, maar we gaan vooruit.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer