Minder aangiften van woninginbraak
Het aantal aangiften van woninginbraak is opnieuw gedaald. In de eerste elf maanden van dit jaar werden 10 procent minder aangiften gedaan dan in dezelfde periode vorig jaar, meldt het ministerie van Justitie en Veiligheid. Het Verbond van Verzekeraars, dat vorige week nog meldde dat het aantal claims wegens woninginbraken juist voor het eerst in jaren is toegenomen, geeft aan de cijfers van het ministerie „met een korrel zout te nemen”.
In 2012 werden nog 91.930 aangiften van woninginbraken gedaan. In 2015 waren dat er 64.560, vorig jaar 55.421 en dit jaar lijkt het aantal onder de 50.000 te blijven, meldt het ministerie. Minister Sander Dekker (Justitie en Veiligheid) spreekt van een geweldig resultaat.
Het Verbond van Verzekeraars meldde vrijdag nog dat in 2015 bij verzekeraars 61.000 claims van woninginbraken waren ingediend. Vorig jaar was dat aantal gestegen naar 64.000.
Het verschil in de cijfers over 2016 komt volgens een woordvoerder van de brancheorganisatie doordat niet iedereen aangifte doet. „Bij de wat grotere inbraken wordt veelal wel aangifte gedaan, maar na insluiping, waarbij snel iets is meegenomen, gebeurt dat minder vaak”, aldus de woordvoerder. „De politie zei afgelopen juli zelf dat de helft van de aangiften in de prullenbak verdwijnt. Dat motiveert mensen niet om aangifte te doen.”
In de regel is het wel zo dat wie een claim in wil dienen, aangifte moet doen, zegt de woordvoerder. „Bij sommige verzekeraars staat het in de voorwaarden, bij andere niet.”