Rijksoverheid gaat wieden in dienstauto’s
De rijksoverheid gaat wieden in het aantal dienstauto’s, maar bewindslieden hoeven niet bang te zijn dat zij de hunne moeten inleveren. Dat liet een woordvoerder van minister Peijs van Verkeer donderdag weten.
De rijksoverheid moet van het kabinet dit en komend jaar in totaal 50 miljoen euro bezuinigen op inkoop van spullen, variërend van drukwerk, kantoorbenodigdheden tot dienstauto’s. Plaatsvervangend secretaris–generaal Heij van Verkeer en Waterstaat is verantwoordelijk voor de efficiëncyslag voor het wagenpark.
In het jongste nummer van Profiel, het weekblad van het departement, zegt Heij dat als eerste alle ruim 10.000 dienstauto’s gemeenschappelijk zullen worden aanbesteed. Het aantal automerken waarin rijksambtenaren rijden, gaat dan naar ongeveer zes. Dat levert een besparing van 2,5 miljoen op.
Daar komt in de tweede fase nog eens 350.000 euro bij door ’gecoördineerd beheer’. In plaats van zowel leasen of kopen van auto’s, zoals het nu nog gaat, gaat de overheid over op koop.
Het centraal inkopen van autokilometers door het afschaffen van de ’persoonsgebonden dienstauto’ zou de laatste fase kunnen zijn. Onderzocht wordt nog of dat uitvoerbaar is. Dat zou 5 miljoen euro schelen. In de plaats daarvan zou een auto met of zonder chauffeur op afroep komen. Het Rijk betaalt dan een integraal kilometertarief.
Naast de secretarisssen–generaal en sommige directeuren–generaal genieten bewindleiden een eigen dienstauto. Heij heeft er een hard hoofd in of zo’n nieuw systeem voor de laatste groep haalbaar is. „Het vergt een omslag in het denken." De woordvoerder van minister Peijs sluit zo’n maatregel uit. Andere bronnen in Den Haag wijzen erop dat ministers en staatssecretarissen het lastig zouden vinden om met telkens andere chauffeurs te moeten werken. Zij hebben nu een eigen chauffeur, of ’poolen’ er enkele op hun departement, met wie ze kunnen lezen en schrijven.