Kerstboodschap vaak overstemd door gemopper over geldzaken
Ongetwijfeld zullen duizenden burgers in het Romeinse Rijk erg gemopperd hebben toen keizer Augustus het bevel uitvaardigde dat alle volken beschreven moesten worden.
Het was ook nogal wat. Iedereen was verplicht zich te melden in zijn vaderstad. Daarvoor moest van alles worden georganiseerd: toezicht op de woning en op het bezit dat men achterliet, het organiseren van een reis en het zoeken van onderdak in de oude vaderstad. Dat was geen sinecure. De ervaringen van Jozef en Maria in Bethlehem waren volgens ongewijde geschiedschrijvers niet uniek. Sommige steden zaten overvol.
Doel van die reis was dat men bij de autoriteiten in de vaderstad de erfelijke bezittingen liet beschrijven, zodat de fiscale verplichtingen goed konden worden vastgelegd. Feitelijk moest iedereen dus aangifte doen bij de Romeinse belastingdienst – ook toentertijd een van de meest impopulaire afdelingen van het overheidsapparaat. De last die de fiscus oplegde was vaak zwaar. Vandaar dat niet alleen vooraf, maar ook achteraf veel werd gemopperd.
Dat gemopper was zo groot dat het de bijzondere tijding van de geboorte van de Heere Jezus in de stad Bethelehem overstemde. Het was dus niet alleen zo dat er voor de geboren Zaligmaker geen plaats was in de herberg, maar er was ook geen plaats voor Hem in de gedachten en de harten van de mensen. De ergernis over de fiscus beheerste alles. Die graaide immers heel diep in de buidel.
Alleen de herders, toentertijd de onderkant van de samenleving, raakten vervuld van de blijde boodschap. Zij maakten alom bekend het woord dat van het Kind van Bethlehem gezegd was. Maar het was aan dovemansoren gericht. In ieder geval hoorde de elite die boodschap niet. Dat merkten de wijzen uit het Oosten toen ze kwamen vragen waar de Koning was geboren.
Aan het eind van het jaar maken veel mensen voorlopig de balans op. Daarbij gaat het om de vraag: Wat heb ik verdiend? En de vraag die vaak direct daar achteraan komt: Wat wil de fiscus daarvan hebben? Het zakelijke weegt veel mensen zwaar, heel zwaar.
De achterliggende maanden is er in ons land veel discussie geweest over de kwestie of Nederland een belastingparadijs is voor buitenlandse multinationals. De gewone man en de politieke oppositie maken zich druk over de bevoordeling door de fiscus van het grootkapitaal. Daarbij is er veel gemopper over het plukken van de burger door de fiscus. Dat beheerst soms de gesprekken. En laten we eerlijk zijn: niemand betaalt graag belasting. In die zin is de burger van de 21e eeuw niet anders dan de mensen in de tijd van keizer Augustus.
Die discussie kan zo bepalend zijn dat er bij het komende kerstfeest geen plaats is voor de boodschap waar het echt om gaat: er is een Koning geboren in de stal van Bethlehem. Hij is gekomen. Niet om klagende bezitters, maar om armen met goederen te vervullen.