Column: Nep rond Kerst
mariska@rd.nl
„Kijk uit. Niet te dichtbij.” Een buurvrouw is op bezoek en stuurt met een ferm gebaar haar zoontje bij een brandende kaars vandaan. Poeh. Nog net op tijd.
Ik zie het gebeuren en moet inwendig lachen. De kaars is nep. Blijkbaar ziet ze dat niet. Logisch, want het vlammetje flakkert en beweegt. Hoe dat precies werkt, moet je mij niet vragen, maar het komt in ieder geval niet door de warmte.
Normaal ben ik niet zo van neppe dingen. Maar zo’n nepkaars is wel handig, met ravottende kinderen in huis. Nog een voordeel: hij wordt nooit kleiner. Als hij niet langer brandt, vervang je gewoon de batterij.
Tijdens een wandeling in onze buurt zie ik dat ik niet de enige ben die namaak in huis heeft staan. Sterren van hout, kransen en bomen van plastic, nephuisjes, rijk bepoederd met sneeuw die ook wel niet echt zal zijn.
Blijkbaar verlangen we in de maand december naar iets wat er niet is. Iets wat we met behulp van surrogaatspullen in onze huizen proberen te creëren. Wat sfeer in de somberheid, wat licht in de duisternis.
Wat is er nog wel echt, vraag ik me af, zo vlak voor de kerstdagen. Een beetje een enge gedachte. Mensen die massaal soep gaan uitdelen aan daklozen, of spelletjes doen in het verzorgingshuis, boodschappen doen voor een buurvrouw of buurman die alleen is. Dat zijn mooie initiatieven, maar wat zijn ze waard als in de maand januari alle naastenliefde opeens ophoudt te bestaan?
Terug naar mijn huis. Want ook daarin hangt een snoer met lampjes. Om een davidster gewikkeld, dat dan weer wel. En die kaarsjes dus, in mijn vensterbank. Ik kijk ernaar en vraag me af waarom ik de behoefte heb om die duisternis te verdrijven. Maakt het donker me bang? Of zijn de lichtjes voor mij het symbool van het echte Licht?
Eén ding weet ik zeker: hoe mooi en handig nepkaarsjes ook zijn, de wereld heeft behoefte aan echt. Een boodschap die, ook na de gloedvolle decembermaand, blijft. Lichtjes in de duisternis die schijnen en wijzen op het echte Licht.
Reeds daagt het in het oosten,
het Licht schijnt overal:
Hij komt de volken troosten,
Die eeuwig heersen zal.
Laten we deze Kerst en nog heel lang daarna lichtjes zijn die daarover vertellen.