Opkomst in Catalonië valt vooralsnog tegen
Voor de vervroegde verkiezing van een regioparlement in Catalonië is donderdagmorgen 34,5 procent van de kiezers opgekomen. Dat is iets minder dan de ruim 35 procent in de vorige regionale verkiezingen in 2015, zo blijkt uit de gepubliceerde opkomstcijfers.
Spaanse media en opiniepeilers verwachten een heel erg grote opkomst van circa 80 procent. Ze wijzen erop dat de regioverkiezingen twee jaar geleden op een zondag waren en het vandaag een werkdag is. Aangenomen wordt dat veel kiezers na hun werk gaan stemmen. De stembureaus sluiten pas om 20.00 uur.
De regio stemt in een diepe crisis. De crisis en de stembusgang zijn een gevolg van een onwettige en chaotische poging van de inmiddels afgezette separatistische regering van premier Carles Puigdemont om zich van Spanje af te scheiden in oktober. Madrid greep in, schortte de autonomie van Catalonië op en schreef deze verkiezingen uit.
De Spaanse regering van premier Mariano Rajoy hoopt dat de Catalanen donderdag eieren voor hun geld kiezen. Ze zouden de separatisten kunnen straffen voor hun roekeloze en tegenover Spaanstaligen jarenlang discriminerend beleid.
Het separatistische avontuur in oktober heeft grote economische schade veroorzaakt en Catalonië dieper verscheurd tussen voor- en tegenstanders van onafhankelijkheid. De relatief welvarende regio heeft ondertussen bij investeerders en ondernemers een slechte naam gekregen.
De separatisten hopen na een overwinning de draad weer op te kunnen pakken. Ze stellen zich wel minder radicaal op dan twee maanden geleden. De separatistische linkse partij ERC (Revolutionair Links van Catalonië) maakt volgens de laatste peilingen kans de grootste partij te worden.