Overgang Rutte heet „diepte-investering”
VVD-fractieleider Van Aartsen noemt de overgang van staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken naar Onderwijs een „diepte-investering in het kabinet.” CDA-minister Van der Hoeven vat zijn komst op als „investering in het onderwijs.”
Rutte zelf verklaarde woensdag meteen ja te hebben gezegd toen vice-premier Zalm hem vroeg voor de nieuwe post. Op Sociale Zaken had hij net een paar belangrijke beleidswijzigingen doorgevoerd, het hoger onderwijs biedt hem een nieuwe uitdaging. Overigens ziet Rutte de overgang niet als promotie. „Ik word toch geen minister?”
Bang voor de samenwerking met minister Van der Hoeven is Rutte niet, hoewel zijn voorgangster Nijs zich daarover herhaaldelijk beklaagde. „Van politieke spelletjes heb ik nooit iets gemerkt en ik ben van de afdeling Eigen Waarneming”, zo reageerde hij op Nijs’ publieke aanklacht tegen de bewindsvrouw.
Premier Balkenende is enthousiast over de keuze voor Rutte. Hij noemde Rutte woensdag „een vakman die heeft bewezen veel aan te kunnen.” De coalitiepartijen CDA en D66 hebben ook niets dan goede woorden over voor de overstap van Rutte naar Onderwijs. PvdA-leider Bos denkt dat Rutte op Onderwijs beter met zijn partij dan met het CDA zaken kan doen.
Alleen ChristenUnie en GroenLinks hebben hun bedenkingen bij Ruttes overstap. Met onderwijs heeft de nieuwe staatssecretaris niet zo veel, denkt ChristenUnie-kamerlid Slob. GroenLinks-kamerlid Vendrik ziet Rutte als een „rechtse kanjer”, die in zijn ogen slechte plannen met selectie in het hoger onderwijs nog voortvarender kan uitvoeren dan zijn voorganger Nijs.
De sociale partners zien Rutte met lede ogen gaan; studenten en universiteiten halen hem met gejuich binnen. De nieuwe staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken wordt over het algemeen gezien als een bewindspersoon die na Rutte niet met grote koerswijzigingen zal komen. De coalitiepartijen zijn blij met hem, maar GroenLinks ziet hem als iemand die slechts op de winkel past.