Nieuw perspectief voor zendingsdiaconessen Amerongen
Kerst hopen ze volgend jaar in hun nieuwe onderkomen te vieren. Voorlopig krijgen de activiteiten en de gasten in hun oude huis Bethanië nog alle aandacht van de zendingsdiaconessen in Amerongen. „Om iets nieuws te kunnen beginnen, moet je het oude kunnen loslaten.”
Loslaten is best moeilijk, merkt zuster Gerda Bieshaar, hoofd gastenverblijf. „Activiteiten die we vele jaren aanboden, zijn nu voor de laatste keer. Het lastigste komt, vermoed ik, als we hier echt weggaan. Nu staat alles er nog. Ons werk stopt gelukkig niet, ik moet er alleen een nieuwe invulling aan geven.”
Het kon ook niet langer zo, beseft ze. „Dit huis wordt ons veel te groot, en ook veel te duur om te onderhouden. Het nieuwe onderkomen past bij de grootte en de draagkracht van onze zustergemeenschap.”
Zeven diaconessen zijn er over. De oudste is 79; zuster Gerda, de jongste, is 50. Daarnaast worden drie oudere zusters verpleegd in het naastgelegen zorgcentrum Elim.
Hoogtijdagen
Ooit waren er 87 zendingsdiaconessen in Nederland. „De hoogtijdagen waren in de jaren zestig tot tachtig”, aldus zuster Greet Verhoeven (59), die de leiding over Bethanië heeft. „In Amerongen is sinds 1935 de basis. Op zeker moment waren er twaalf buitenposten, plekken waar zusters werkten in onder meer kinder- en jeugdwerk, kraamzorg en verpleging.”
Zuster Gerda was de laatste nieuwkomer, inmiddels 23 jaar geleden. Sindsdien zijn er wel enkele „kortverband-diaconessen” geweest, tekent zuster Greet aan. „Maar dat leidde nooit tot een toetreding. Mensen verbinden zich tegenwoordig minder gemakkelijk voor het leven. Het tij kan weer keren, we houden altijd hoop. De reële verwachting is wel dat er de komende tien jaar geen intredes zijn. Daarop anticiperen we nu.”
Woord en daad
Een jaar geleden maakten de zendingsdiaconessen bekend dat ze een nieuw huis laten bouwen, een halve kilometer dichter bij de dorpskern van Amerongen. De zeven zusters krijgen er elk een driekamerappartement. Op de begane grond zijn een keuken, een gezamenlijke huis- en eetkamer, een ontmoetingsruimte en een stilte- en gebedsruimte gepland. Verder worden er drie vierkamerwoningen gebouwd voor „kernbewoners”, die samen met de zusters de nieuwe leefgemeenschap gaan vormen, en een woning voor tijdelijke opvang.
Als alles volgens plan verloopt, wordt in februari met de nieuwbouw begonnen. Wie die kernbewoners zijn, is nog niet bekend. „De werving moet nog plaatshebben”, licht zuster Greet toe. „We denken aan jonge gezinnen of aan echtparen die gewoon een baan hebben maar daarnaast willen meehelpen om het geloof handen en voeten te geven in het dorp. Wij, de zusters gaan wat groter wonen dan we gewend waren. Dat is ook voor de toekomst. Als een zuster wegvalt, kunnen er anderen komen wonen die de groep weer versterken. De bedoeling is dat ook de laatste zuster is ingebed in een gemeenschap, die na ons Christus zal blijven vertegenwoordigen met woord en daad.”
Niet overnachten
Het nieuwe huis wordt zeker weer een plek voor gesprek en ontmoeting, maar gasten kunnen er niet overnachten. De stilteweekends, de refresh-weekends, de 55±midweek, de rouwweekends en de retraites vervallen daarom. „Vaste gasten hebben nu snel geboekt om nog een keer in Bethanië te kunnen zijn”, zegt zuster Gerda. De zogeheten oasedagen zetten de zusters wel voort. Ook komen er nieuwe activiteiten, zoals dagen rond pastorale thema’s, muziekavonden, creatieve avonden en een laagdrempelige inloopmogelijkheid.
De diaconessen gingen voor hun toekomstvisie niet over één nacht ijs, aldus zuster Greet. „We lieten eerst maar de gedachte toe dat we wel eens zouden moeten vertrekken uit het huis waar we ingetreden waren. Er is veel met elkaar over gesproken en veel gebeden. De afgelopen tijd zongen we vaak: Heer, wijs mij Uw weg. Het is mooi dat we nu nieuw perspectief hebben. Alles staat nog niet vast, er is wel een richting.”
Afscheidsdag
„Het gaat anders worden”, zegt de huisleidster, die ondertussen 33 jaar diacones is. „We laten achter wat ons dierbaar is geworden, maar God gaat ook iets nieuws doen. Daarvoor moeten we nu eerst Bethanië loslaten.”
Tot eind mei zijn daar nog activiteiten én gasten. Zuster Gerda: „De afsluiting markeren we op 9 juni met een afscheidsdag voor allen voor wie ons huis betekenis heeft gehad. Dan memoreren we ook alle zegeningen die God ons al die jaren gaf.”
Vervolgens kan het vizier volop op de toekomst worden gericht. Zuster Greet: „Onze roeping –dichtbij God en dichtbij mensen zijn om Zijn liefde zichtbaar te maken– kunnen we op de nieuwe plek vorm blijven geven, zonder de ballast van het grote huis. Nog meer dan eerder zullen we individueel met mensen in gesprek zijn. We gaan verder, zolang we daarvoor gezondheid en kracht ontvangen, om als diaconessen Christus present te stellen. In wezen is dat de roeping van elke christen. Zo exclusief is dat ook weer niet.”
Voortgekomen uit opwekking
Het protestantse zendingsdiaconessenwerk in Nederland is voortgekomen uit een geestelijke opwekking in de 19e eeuw in Oost-Pruisen. Jonge meisjes stelden hun leven in dienst van God. In 1899 werd in de West-Duitse stad Borken het eerste zendingsdiaconessenhuis geopend. De Duitse zuster Johanna Bock hield vanaf 1923 overal in Nederland samenkomsten voor de Jeugdbond voor Ernstig Christendom. Sommige bezoeksters werden ook diacones. Voor de Nederlandse zusters werd in 1935 het Zendingsdiaconessenhuis in Amerongen als moederhuis in gebruik genomen.
Diaconessen Amerongen verhuizen naar kleiner pand (rd.nl, 23-12-2017)