RK-Kerk: Inquisitie leidde tot excessen
Het Vaticaan heeft dinsdag een dossier over de inquisitie gepubliceerd waarin de Rooms-Katholieke Kerk erkent dat de berechting van ”ketters” gepaard is gegaan met excessen.
In een begeleidende brief betuigt paus Johannes Paulus II opnieuw zijn spijt over de gewelddadige uitwassen van de inquisitie. Het aantal slachtoffers van de inquisitie ligt veel lager dan altijd is gedacht, zo stelt het rapport verder.
In zijn spijtbetuiging spreekt de paus van „fouten begaan in de dienst aan de waarheid door het gebruik van niet-evangelische methoden.” De rooms-katholieke kerkleider vroeg in 2000 in zijn historische ”mea culpa” bij de millenniumwisseling al vergiffenis voor het geweld van de inquisitie.
De inquisitie vormt „een pijnlijk hoofdstuk waarover de christenen zich moeten buigen met een geest die openstaat voor berouw”, zei de Franse kardinaal Roger Etchegaray, die het dossier presenteerde.
Volgens het rapport voerden inquisiteurs in Spanje circa 125.000 processen tegen ketters en heksen. In niet meer dan 1 procent van de zaken eindigde de beklaagde op de brandstapel, aldus de onderzoekers. In Portugal voerden kerktribunalen in de 16e en begin 17e eeuw processen tegen meer dan 13.000 mensen. In 5,7 procent van de zaken werd de betrokkene ter dood veroordeeld. Het beeld dat iedereen die ook maar een beetje verdacht was meteen op de brandstapel belandde, klopt dus niet, stellen de onderzoekers.
De inquisitie werd in de 13e eeuw opgericht om vermeende afwijkingen van de rk-kerkleer te onderzoeken. „Het lijdt geen twijfel dat in het begin de voorziene procedures toegepast zijn met een buitensporige strengheid, die in sommige gevallen is ontaard in ware misstanden”, aldus het dossier.
De Nijmeegse historicus prof. dr. P. Raedts sprak zich in 1998, toen de paus een diepgaand historisch onderzoek naar de inquisitie had aangekondigd, uit tegen het duivelse beeld dat van de organisatie bestaat. In de Middeleeuwen heeft er volgens hem nooit een grote rk-organisatie met vertakkingen in alle Europese landen bestaan die bedoeld was om ketterij uit te roeien. De inquisitie bracht ook geen mensen ter dood. De meeste beschuldigden kwamen er met een berisping of boete van af. Alleen in extreme gevallen droeg de inquisitie een veroordeelde aan de wereldlijke overheid over. Die paste dan wel de doodstraf toe.
De inquisitie kon volgens Raedts alleen goed functioneren als de overheid meewerkte. Bij de Spaanse inquisitie was dat duidelijk het geval. De koningen gebruikten de inquisitie om eenheid te scheppen. Die kon daardoor uitgroeien tot een alom gevreesde organisatie die goed vergeleken kan worden met de geheime politie in totalitaire landen. De Spaanse variant heeft echter ten onrechte het hedendaagse beeld van de inquisitie gevormd, meent Raedts.
Ds. L. J. Geluk, voorzitter van Protestants Nederland, zegt in een reactie dat het goed is dat het Vaticaan zich bezighoudt met de rol van de inquisitie. „Alleen, in hoeverre kan het Vaticaan objectief zijn? Dreigt hier niet het gevaar van partijdigheid? Het komt mij voor dat de genoemde percentages wel erg gunstig zijn. Al is het waar dat ook overheden in berechtingen een rol hebben gespeeld, hoe vaak werden deze dan aangestuurd door kerkelijke gezagsdragers? Bovendien is het niet alleen het wrede optreden van de inquisitie geweest dat hier in het geding is, maar ook de wijze waarop bijvoorbeeld in Frankrijk de protestanten de Rooms-Katholieke Kerk zijn gedwongen en hoe nog in de achttiende eeuw de protestanten uit Oostenrijk zijn verdreven.
Hoe dan ook, deze paus betuigt zijn diepe spijt. Zijn voorgangers hebben dat nooit gedaan. Daarbij blijft wel de vraag of deze spijtbetuiging in de RK-Kerk breed gedragen wordt.”