Binnenland

„Wie afziet van abortus roeit tegen stroom in”

Niemand neemt in Nederland verantwoordelijkheid voor de abortuspraktijk. Daar verandering in brengen is de grootste opgave voor de christelijke politiek.

9 December 2017 09:08Gewijzigd op 16 November 2020 12:10
Een door SGP Tholen georganiseerde thema-avond over abortus trok gisteren zo’n 160 bezoekers. beeld Jos van de Breevaart
Een door SGP Tholen georganiseerde thema-avond over abortus trok gisteren zo’n 160 bezoekers. beeld Jos van de Breevaart

Dat zei SGP-leider Van der Staaij vrijdagavond tijdens een thema-avond over abortus, georganiseerd door SGP Tholen.

„Ooit vroeg ik een arts van een abortuskliniek hoe ze haar werk kon doen”, vertelde Van der Staaij. „Haar antwoord was: Ik doe het om ongewenst zwangere vrouwen te helpen. Toen ik vroeg hoe ze het ongeboren leven kon beëindigen, zei ze: „Wie ben ik om die vraag te beantwoorden als de politiek heeft bepaald dat het mag?” Ze legde het weer neer bij de politiek. Zo dreigen we in een kring te blijven ronddraaien. De arts wijst naar de politiek, de politiek naar de vrouw.”

In de Tweede Kamer werkt de SGP aan een wet die moet zorgen voor betere en onafhankelijke voorlichting en begeleiding van ongewenst zwangere vrouwen. Ook maakt de partij zich sterk voor het beter ondersteunen van tienermoeders. Van der Staaij ging zich daarvoor inzetten na een bezoek aan een Siriz-opvanghuis. „Een tienermoeder die ik daar sprak, zei: „Als je ervoor kiest je zwangerschap uit te dragen, lijkt het alsof iedereen je toeroept: Waarom doe je dat?” Wie niet kiest voor abortus moet vaak tegen de stroom in roeien. Laten we proberen daar wat aan te doen.”

„Zal de abortuswet ooit nog worden ingetrokken?” vroeg iemand uit de zaal. „We hebben een God Die ons op de knieën kan brengen”, antwoordde Van der Staaij. „Ik zeg niet dat het zal gebeuren, maar ik geloof dat het kan.”

Coördinator Agaath Visser schetste de dagelijkse praktijk bij Er is Hulp, de hulpverleningstak van Schreeuw om Leven. Jaarlijks krijgt de stichting zo’n 400 hulpvragen; 45 procent daarvan is afkomstig van vrouwen die een abortus hebben meegemaakt en om hulp vragen bij het verwerken daarvan. „Ik zou willen dat de politiek die vragen eens onder ogen kreeg”, zei Visser.

Ds. J. Lohuis, predikant van de Hervormde Gemeente Scherpenisse, trok in zijn meditatie een lijn vanuit de Bijbeltekst: „Allen die Mij haten, hebben de dood lief” uit Spreuken 8, naar „omdat voor Hem geen plaats was in de herberg” uit Lukas 2. „Wie hebben de dood lief? Alleen de vrouwen die hun kind over hebben voor een abortus, 30.000 per jaar? Nee, allen in wier leven geen plaats is voor Christus. We kunnen zaterdag niet meelopen in de Mars voor het Leven als er in ons hart geen plaats is voor Christus. Dan zit er iets goed fout”, aldus de predikant.

Ds. Lohuis stelde niet te willen wijzen naar de 30.000 moeders die zich misschien onder druk gezet voelen en ook niet naar de liberale politiek. „Het oordeel begint bij het huis van God. We beginnen vanavond bij onszelf. Die 30.000 abortussen per jaar zeggen ons dat het met de kerk misschien wel erger is gesteld dan wij denken. Kust dan de Zoon, opdat Hij niet toorne.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer