Veel doden bij aanval op blauwhelmen in Congo
Bij een aanval op militairen van een vredesmissie van de Verenigde Naties in Kivu in het noordoosten van Congo zijn bijna twintig doden en meer dan vijftig gewonden gevallen. De slachtoffers werkten vrijwel allemaal voor de Monusco, de VN-Stabilisatiemissie voor Congo. Het merendeel van de slachtoffers komt uit Tanzania. Behalve veertien Tanzaniaanse zijn ook vijf Congolese militairen gedood.
Het plan van de VN om vrede te helpen stichten in de chaotische Democratische Republiek Congo leidde in 1999 tot de Monusco-missie, die tot de grootste missies van de volkerenorganisatie behoort. De VN is in heel het land actief en telt naar schatting 95.000 man onder wie veel militairen uit India.
De noordoostelijke provincies Noord- en Zuid-Kivu behoren al decennia tot de meest gewelddadige oorden in het Afrikaanse land van 83 miljoen inwoners dat meer dan 56 keer groter is dan ons land.
Kivu is rijk aan delfstoffen, met name het erts coltan dat wordt gebruikt in elektronische producten zoals mobiele telefoons. Het erts is een van de voornaamste oorzaken van het bloedvergieten in de wetteloze regio waar bendes, stammen en milities plunderen. Dat de VN en de Congolese regering er alsmaar niet in slagen orde op zaken te stellen in de regio, is volgens waarnemers voor een belangrijk deel te wijten aan de bemoeienissen van de heerser over het buurland Rwanda, Paul Kagame.