Schouten wil boeren en natuur verbinden
Boeren en natuur worden vaak tegenover elkaar gezet. Jammer en onnodig, vindt minister Schouten (Landbouw). „We hebben elkaar nodig.”
In het debat over haar begroting schetste Schouten donderdag haar ambitie: „Ik wil laten zien dat wij in dit land niet tegenover elkaar staan, maar dat wij met elkaar kunnen samenwerken en ook naar elkaar toe groeien.”
Ze wil de verbinding zoeken tussen „een landbouw die produceert met behoud van concurrentiekracht en met respect voor mens, dier, natuur en milieu” en behoud van de natuur, „de bron van alles wat leeft.”
We hebben elkaar namelijk nodig, vervolgde Schouten. „Een boer kan niet zonder natuur en de natuur kan niet zonder de boer.” Het merendeel van Nederland bestaat uit landbouwgrond, lichtte ze toe. „Onze veehouders, vissers, akkerbouwers en tuinbouwers geven letterlijk vorm aan ons land en onze zee.” Op die rol als rentmeester wil de minister hen aanspreken: „Zij hebben een medeverantwoordelijkheid bij het ervoor zorgen dat de aarde en de zee, waarvan wij de vruchten plukken, niet uitgeput raakt.”
Maar niet alleen boeren en vissers dragen die verantwoordelijkheid: „Die hebben we allemaal, ook de overheid en consumenten. We moeten samen veranderen.”
Schouten benadrukte dat iedereen belang heeft bij een sterke agrarische sector, veilig voedsel en een rijke natuur. Tegelijk staat de sector onder druk: consumenten willen namelijk lage prijzen. „Juist de mensen die zo belangrijk zijn voor ons welzijn en onze welvaart moeten een eerlijke boterham kunnen verdienen”, betoogde de minister. „De waarde van voedsel en de waardigheid van de mensen die dit maken, moeten dichter bij elkaar komen te liggen.” Ze vindt daarom dat inspanningen op het gebied van verduurzaming terug moeten komen in de prijs die agrariërs voor hun producten krijgen.
Schoutens betoog leverde haar van links tot rechts lof op. „Haar verhaal spreekt iedereen aan”, zei Ouwehand (PvdD). Over de concrete uitwerking ervan lopen de meningen echter sterk uiteen.