Creatieve oplossingen voor lerarentekort
Het is geen vijf voor twaalf, maar kwart over twaalf, aldus een schooldirecteur vorige week tegen onderwijsminister Slob over het gebrek aan invallers.
Het basisonderwijs zucht onder een tekort aan leerkrachten en invallers. Het imago van werken in het onderwijs is niet best. Nieuwe stakingen dreigen. Ondertussen proberen scholen creatieve oplossingen te vinden.
Het lerarentekort in het basisonderwijs is sinds vorig jaar een feit. Waren dit jaar er al zo’n 700 voltijdsbanen (fte) voor leerkrachten en directeuren onvervuld, dat aantal gaat zonder maatregelen groeien naar 4000 fte in 2022.
Juist vorige week bleek dat het lerarentekort minder snel stijgt dan de rijksoverheid en het veld vreesden. „Meer mensen willen leraar worden, deeltijdleraren gaan meer werken, en leraren werken langer door na het bereiken van hun pensioengerechtigde leeftijd”, zo meldt de rijksoverheid op haar site.
Maar het lerarentekort groeit wel degelijk, zo blijkt ook uit de statistiek op basis van de nieuwe cijfers (zie grafiek). Met name in de Randstad komen scholen voor primair onderwijs nu al veel bevoegde leerkrachten tekort. Daar, en vooral in de grote steden, groeit het aantal leerlingen (zie kaart).
Dit schooljaar heeft Amsterdam een tekort van 1,6 procent, Rotterdam van 1,7 procent en Den Haag van 1,5 procent. Als er geen maatregelen worden genomen, kunnen deze percentages oplopen tot achtereenvolgens 7,8, 6,8 en 5,8 in 2020. Ook in de regio Groningen en in de tweelingstad Nijmegen-Arnhem is er krapte.
De oorzaken
lHet (primair) onderwijs is de afgelopen decennia een onaantrekkelijke werkgever geworden. Met name mannen vonden dat ze er te weinig verdienden of te geringe uitdaging en carrièremogelijkheden hadden en kozen een ander beroep.
lDe instroom van pabostudenten nam af. Bovendien vervrouwelijkte het basisonderwijs. Slechts een op de vijf pabostudenten is man.
lDe leerkrachten die bleven, kregen te maken met een grote druk om alle leerprestaties vast te leggen in hun administratie. Boze leerkrachten staakten op 5 oktober en dreigen dat op 12 december te herhalen. Zij willen meer geld voor vermindering van de werkdruk en voor hogere salarissen.
lDoor het vertrek van de ”grijze golf” binnen het onderwijsgevend personeel komen er veel vacatures. Een kwart van de leraren in het primair onderwijs is ouder dan 55 jaar en nadert het pensioen.
lDe aanwas van nieuwe onderwijskrachten vanuit de pabo’s en van zijinstromers is onvoldoende.
lDoor de toenemende trek naar de (grote) stad zijn de tekorten daar groter dan op het platteland.
De (deel)oplossingen
De koepel voor het primair onderwijs, de PO-Raad, ziet oplossingen in verschillende richtingen.
lEen betere instroom van leerkrachten door:
– Nieuwe opleidingen voor leerkracht, zoals de universitaire pabo, betere routes voor zijinstromers.
– Vergroten van de aantrekkelijkheid van pabo’s, door betere kwaliteit en maatwerk voor de studenten.
– Aanboren van ”stille reserves”: mensen die tijdens de krimp van het onderwijs, door het dalende aantal kinderen, hun baan verloren.
– Stimuleren van diversiteit in opleidingen om ook andere doelgroepen aan te trekken. Een voorbeeld: Driestar hogeschool in Gouda start per 1 januari 2019 een tweejarige niveau 5-opleiding voor mbo’ers sociaal-agogisch werk. Zij kunnen daarmee pedagogisch medewerker of onderwijsassistent worden.
lEen betere doorstroming via:
– Een aantrekkelijker imago van de onderwijssector en het lerarenberoep, waardoor leerkrachten moeten worden behouden én geworven voor het vak.
– Beter personeelsbeleid.
– Vergroting van de zelfstandigheid voor leerkrachten.
– Minder administratie voor onderwijzers.
– Flexibeler inzet van leerkrachten.
– Meer inzet van ouderen.
– Onderwijsvernieuwing.
lMinder uitstroom door:
– Meer salaris.
– Minder werkdruk.
– Meer carrièreperspectief.
– Terugdringen ziekteverzuim.
lDaarnaast kwamen de afgelopen tijd de volgende deeloplossingen in het nieuws:
– Deeltijders vragen een dag extra te werken. Zo kan het primair onderwijs het verwachte tekort aan 4000 fte in 2022 opvangen, zegt voorzitter Rinda den Besten van de PO-Raad.
– Tijdelijk een vierdaagse schoolweek, suggereerde oud-directeur Rob Limper van de Vereniging Openbaar Onderwijs deze zomer weer. Daar zitten wel juridische en praktische problemen aan: het mag niet en als beide ouders werken moet een van hen die dag vrij nemen omdat hun kind thuiszit.
– Naar huis sturen van kinderen bij ziekte van leerkrachten, wat een op de tien leerlingen vorig schooljaar overkwam. Een ‘oplossing’ die niemand wil.
– Verdelen van leerlingen over andere klassen, wat gebeurde bij drie van de tien leerlingen in 2016/2017. Ook verre van ideaal.
– Inzet van de directeur als vervangende leerkracht, wat bij twee op de tien schoolkinderen vorig schooljaar gebeurde. Op zich prima dat een directeur weer voor de klas staat, maar het verzwaart zijn taak als schoolleider.
– Ouders voor de klas bij ziekte: bevoegden als leerkracht en onbevoegden als toezichthouder. De Nijmeegse openbarescholengroep Conexus deed afgelopen voorjaar hiertoe een oproep. De PO-Raad kijkt niet op van deze oplossing: „Scholen zitten aan het eind van hun mogelijkheden om de tekorten zelf op te lossen.”
– Inzet van klassenoma’s en -opa’s. Het Haagse gemeentebestuur gaat deze optie van stichting Leergaloos aan de scholen voorhouden, zo antwoordde het college van B en W in juni op vragen van het CDA. Jennet Boon van stichting Leergaloos (zie ”Een oma voor de klas”) ziet de inzet van senioren in het onderwijs nadrukkelijk níét als oplossing van het lerarentekort. „Dat is precies wat wij niet willen”, vertelt ze desgevraagd. „Wij willen generaties met elkaar verbinden, zodat ouderen kinderen leren tolereren en andersom. Het lerarentekort is een ander verhaal. Maar ik ben ook realistisch: klassenopa’s en -oma’s zijn wel extra oren, ogen en handen voor de klas.”
Gijsbert Wolvers