Antiradicaliseringsadviseur ontkent relatie
De ontslagen antiradicaliseringsadviseur van de gemeente Amsterdam, Saadia Ait-Taleb, ontkent dat ze een relatie had met de persoon die werd ingezet voor klussen voor haar afdeling. Ze ging naar eigen zeggen pas privé met hem om nadat hem de opdracht was verleend. Hoewel daarbij wel werd geflirt, kwam het nooit tot een relatie. Dat zei ze donderdag tijdens een kort geding dat ze had aangespannen over haar schorsing en strafontslag.
De vrouw (34) wordt verdacht van belangenverstrengeling. De gemeente verwijt haar dat ze diverse opdrachten aan een persoon zou hebben gegund met wie zij een relatie heeft gehad. Daarover had zij niets gezegd tegen haar leidinggevende. De gemeente baseert zich onder meer op whatsappconversaties tussen de twee, waaruit zou blijken dat er wel degelijk sprake was van een liefdesrelatie.
„Ik ben neergezet als een groot fraudeur”, zei een geëmotioneerde Ait-Taleb. „Ik herken me daar totaal niet in.” Ze begrijpt niet waarom er zo met haar is omgegaan. „Ik heb letterlijk elf jaar van mijn leven gegeven aan de gemeente Amsterdam en vind het zo’n ongelofelijk onrechtvaardige zaak.” Ook vertelde ze dat ze al van plan was weg te gaan en ontslag had ingediend.
Haar advocaat noemde de maatregel disproportioneel en de gevolgen voor Ait-Taleb enorm. „Ze is zeer in haar reputatie geschaad. In plaats van een jonge vrouw die een nieuwe stap in haar carrière zou maken, wordt ze nu overal geassocieerd met fraude en strafontslag.” Volgens de raadsman is de prijs die ze moet betalen onevenredig hoog.
De gemeente ziet dit anders en vindt dat in haar functie, als programmamanager van het team radicalisering en polarisatie, „onafhankelijkheid en betrouwbaarheid essentieel zijn”. Ze had zich volgens de raadsman moeten realiseren dat deze „afhankelijkheidsrelatie” grote maatschappelijke impact zou kunnen hebben.
Het kort geding volgt voorafgaand aan een bodemprocedure, waarvan de zitting op 30 januari is. Over de kwestie lopen nog twee onderzoeken, waaronder ook een strafrechtelijk onderzoek. Ait-Taleb zei na afloop van de zitting: „Ik geloof heilig in een goede afloop.”
De rechter doet uiterlijk 21 december uitspraak in het kort geding.