Familie gedode Iraniër vreest eigen veiligheid
Nabestaanden van de in Den Haag doodgeschoten Iraniër Ahmad Mola Nissi vrezen voor hun veiligheid. Zijn zoon en dochter vermoeden dat de Iraanse regering achter de moord zit en hebben de indruk dat ze zelf worden achtervolgd, vertelden ze woensdag in EenVandaag. Daarom zijn ze ondergedoken.
Nissi gaf vanuit Nederland leiding aan een separatistische beweging die streeft naar een Arabische staat in het zuidwesten van Iran. Hij werd vorige maand doodgeschoten. De dader is spoorloos.
Voor zijn zoon Khaled toont de moord aan „hoe zwak de Nederlandse geheime dienst is”. Nissi, die met zijn gezin al tien jaar in Nederland woonde, stapte herhaaldelijk naar de politie omdat hij zich bedreigd voelde.
Justitie kent de zorgen van de nabestaanden en houdt hun veiligheid naar eigen zeggen „nauwlettend in de gaten”. De Iraanse ambassade liet eerder weten de moord te veroordelen en het onderzoek op de voet te volgen.
De regering in Teheran beschouwt Nissi’s zogeheten Arab Struggle Movement for the Liberation of Ahwaz (ASMLA) als terroristische organisatie. De militante tak heeft meerdere bomaanslagen gepleegd in Iran.
Na de moord vond de politie een BMW die vermoedelijk als vluchtauto is gebruikt. Die auto bleek ruim een maand eerder te zijn gestolen in Berkel en Rodenrijs. Ook de recherche houdt al langer rekening met de mogelijkheid dat de moord politiek gemotiveerd is. Een woordvoerder van de Haagse politie had woensdagavond niet direct antwoord op vragen over Nissi’s beveiliging en de stand van zaken in het onderzoek.