Christen en ongelovige beiden slachtoffer van gewetensdwang
Yameen Rashid was een populaire blogger in de Maldiven, een eilandengroep ten zuiden van India. In april werd de 29-jarige politiek activist dood aangetroffen in zijn flat. Hij was met 36 messteken om het leven gebracht. Algemeen wordt aangenomen dat hij vermoord is vanwege zijn satirische blogs, waarin hij de draak stak met de overheid en met de islam.
De dood van Rashid staat vermeld in het Freedom of Thought Report dat woensdag aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. Volgens het rapport zou de president van de Maldiven gezegd hebben: „We kunnen godslastering niet tolereren.”
Rashid is een van de atheïsten, humanisten, vrijdenkers en agnosten die het leven lieten vanwege hun opvattingen. Het rapport signaleert met verontrusting dat ongelovigen en atheïsten in steeds meer landen vervolgd worden. In de meeste gevallen gaat het dan om onderdrukking of sociale uitsluiting, maar in dertien landen riskeren ongelovigen zelfs de doodstraf.
Het Freedom of Thought Report komt uit de koker van de internationale koepel van humanisten IHEU, in 1952 opgericht door het Humanistisch Verbond in Nederland. Deze organisatie maakt sinds vier jaar een overzicht van landen waar ongelovigen vervolging te wachten staat, tot op zekere hoogte vergelijkbaar met de ranglijst christenvervolging die Open Doors jaarlijks publiceert.
Die vergelijking gaat in elk geval op voor de kaartjes die in deze rapportages staan. De ‘as’ van Mauritanië in het westen van Afrika tot aan China en Indonesië in het oosten van Azië bevat heel wat donker gekleurde landen. Dat zijn vooral landen waarin de islam een dominante godsdienst is. Het is niet zo verwonderlijk dat daar zowel christenen als ongelovigen vervolgd worden. Afvalligheid van de islam is er wettelijk verboden, of dat nu is vanwege overgang naar het christendom of naar het atheïsme.
De indruk bestaat dat het aantal slachtoffers bij christenen aanzienlijk groter is, maar die vergelijking gaat snel mank. Ook de aanleiding voor vervolging is niet altijd duidelijk. Bij mensen als Yameen Rashid is duister of zo’n moord uit politieke of uit religieuze motieven is gepleegd, maar die motieven zijn in zulke landen nauwelijks te ontwarren. Wie de verslagen uit het rapport leest, begrijpt goed dat het Humanistisch Verbond aandacht vraagt voor de rechten van ongelovigen en atheïsten in deze landen. Het onderstreept de gewetensdwang die in deze landen heerst.
Het verbond wil dat de Nederland, „als een van de meest seculiere landen”, zich sterk inzet voor de vrijheid van niet-gelovigen. Als christen zou je deze vrijdenkers –zowel in Nederland als in gebieden waar ze vervolgd worden– gunnen dat ze nog een stap verder gaan en wijzen op de echte vrijheid die er is in Christus. Dat is geen religieus dogmatisme, zoals het Humanistisch Verbond stelt, maar de werkelijke basis voor gewetensvrijheid.