B. werd eerder dit jaar veroordeeld tot 2,5 jaar cel vanwege het in stukken hakken van een lijk en het dumpen ervan in een kanaal. Daarnaast kreeg hij vijf jaar en zeven maanden cel vanwege wapenhandel. Vanwege die straffen wilde het Openbaar Ministerie de zaak eerst niet meer voor de rechter brengen. „Ik was daar des duivels over”, zei de burgemeester dinsdag. Na verontwaardiging bij Brabantse politici en bij de minister, vond de rechtbank in april dat de zaak toch moest worden afgehandeld.

Jan B ontkende dinsdag dat hij de burgemeester bedreigde. „Ik heb hem niet in de ogen gekeken.”

De wapens van B. werden onder meer gebruikt in de grote onderwereldoorlog in Amsterdam. B. zou de burgemeester hebben bedreigd toen hij boos werd bij een controle van de politie en de gemeente op zijn erf in Hulten. Tijdens die controle werden een ambtenaar en een agent ook bedreigd. Dat erkende B. wel.

De advocaat van B. pleitte voor een rechterlijk pardon, geen straf. Hij noemde de strafeis ‘beschamend’, zeker nadat was beloofd dat de zaak eerst niet eens door zou gaan.

Boelhouwer wilde dinsdag niet reageren op de zaak, omdat die nog onder de rechter is.

De uitspraak is 19 december.