Debrecen, het calvinistisch Rome
”Het calvinistisch Rome”. Het wás een spotnaam, maar gaandeweg werd het een erenaam voor Debrecen, de stad waar de wieg stond van de Hongaarse Reformatie.
Debrecen was vijf eeuwen geleden het middelpunt van de opbloeiende Reformatie in het oosten van Hongarije. Maar de stad kent meer wapenfeiten. Hier werd 450 jaar geleden de eerste calvinistische synode belegd. Ook in politiek opzicht was Debrecen belangrijk. De stad was tweemaal de tijdelijke hoofdstad van Hongarije.
Twistgesprek
Priester Ambrosius en nieuwbakken predikant Valentine voerden een fel twistgesprek. Ambrosius had weinig op met de ketterse leerstellingen van Calvijn, waaraan zo velen in Debrecen waarde hechtten. Hij pakte een tak, stak die in de grond en zei: „Als het calvinisme het ware geloof is en hier wortel zal schieten, laat God dan deze tak tot bloei doen komen.”
Aan het begin van de zestiende eeuw ging Debrecen daadwerkelijk over naar het calvinisme en groeide uit tot een gereformeerd bolwerk, zo valt te lezen op het bordje bij een forse struik op het Kossuthplein in de stad. Het verhaal gaat dat die struik uit het takje van Ambrosius zou zijn gegroeid.
Drieduizend zitplaatsen
Achter het fraaie Kossuthplein bepaalt de Grote Kerk het beeld. Deze Református Nagytemplom, gebouwd in classicistische stijl, is de hoofdkerk van de calvinistische geloofsgemeenschap in Hongarije. Met 3000 zitplaatsen is het een van de grootste kerken van het land. Zondags worden hier drie diensten gehouden waarin de Geneefse psalmen klinken. Tot voor kort werden er elke morgen om halfacht ochtendwijdingen gehouden.
In de reformatorische boekhandel annex café Karakter 1517, direct achter de Grote Kerk, wijst ds. István Oláh naar de kerk: „Op die plaats stond ooit de Andreaskerk, maar die werd in 1564 grotendeels door vuur verwoest. Desondanks kwam drie jaar later in de ruïnes van de kerk de eerste synode bijeen om een calvinistische belijdenis officieel te aanvaarden.”
Ds. István Oláh houdt van de Grote Kerk. „We hechten eraan om in die prachtige ruimte elkaar in alle rust te ontmoeten en de gelegenheid te hebben het reformatorische erfgoed van de Hongaarse Hervormde Kerk levend te houden.”
Zwitserse belijdenis
Ds. István Oláh vertelt over de achtergronden van de eerste Hongaarse synode, nu 450 jaar geleden. „Onze voorvaderen konden zich goed vinden in de Tweede Confessia Helvetica, de Zwitserse belijdenis die in 1566, juist een jaar vóór onze synode, was gepubliceerd door Heinrich Bullinger. Aanvankelijk zag Bullinger –als opvolger van de Zwitserse hervormer Ulrich Zwingli– de sacramenten uitsluitend als symbolen van de geloofsgemeenschap met Christus en van het deelhebben aan al Zijn goederen. Voor Bullinger waren de sacramenten eerst dus geen genademiddelen. Samensprekingen met Calvijn leidden in 1549 tot de aanvaarding van de Consensus Tigurinus, waarin werd uitgesproken dat de sacramenten niet slechts tekenen van belijdenis, onderlinge broederschap en oefeningen des geloofs zijn, maar dat God daarin vooral Zijn genade betuigt, vertegenwoordigt en bezegelt.”
Ook wat de predestinatie betreft kwam Bullinger tot de overtuiging dat de opvatting van Calvijn Schriftuurlijk was, zegt ds. István Oláh. „Die tweede Zwitserse belijdenis werd niet alleen in Zwitserland en Hongarije aanvaard; later ook in Denemarken, Engeland, Frankrijk, Schotland en Tsjechië. Zo werd de Tweede Confessia Helvetica een van de invloedrijkste reformatorische belijdenisgeschriften.”
Catechisatie
Voor de Hongaarse Kerk is ook de Heidelbergse Catechismus van belang. Ds. István Oláh: „Dit leerboek gebruiken we nog steeds voor de catechisatie aan 8- tot 12-jarige doopleden. In de lijn van Calvijn sluiten we dit onderwijs af met de confirmatie en geven we toegang tot het heilig avondmaal, dat twee keer per maand wordt gehouden.”
De eerste synode van Debrecen vormde het organisatorische begin van de Hervormde Kerk in Hongarije. De acceptatie van de Tweede Helvetische Belijdenis ging echter niet zonder slag of stoot. „Natuurlijk moest er gestreden worden tegen de roomse doctrines en tot op zekere hoogte ook tegen die van Luther. Maar het gevaarlijkste front was de antitrinitarische leer. De invloedrijke Ferenc Dávid verkondigde dat Jezus een gewoon mens was, iemand die hij dus nooit zou aanbidden. Zijn opvattingen werden op de synode fel afgewezen, maar die oude antitrinitarische dwaling van Arius leeft nog steeds voort in verschillende protestantse kerken in deze contreien. Deze mensen noemen zich ”unitaristen”.”
Gelukkig heeft deze beweging inmiddels niet veel invloed meer, zegt ds. István Oláh. „Trouwens, Calvijn had er ook al mee te maken in de persoon van de arts-theoloog Michael Servet. Omdat Servet deze leer niet wilde verwerpen, werd hij tot ketter verklaard en tot de brandstapel veroordeeld.”
Debrecen College
Tijdens de 150 jaar durende Turkse bezetting van Hongarije, in de zestiende en de zeventiende eeuw nam de Hervormde Kerk de verantwoordelijkheid voor het openbaar onderwijs op zich. Door de vertaling van de Bijbel, het preken en bidden in de moedertaal, het verspreiden van lectuur en de ontwikkeling van een uitgebreid schoolnetwerk, kreeg de Reformatie een blijvende impact op de ontwikkeling van de Hongaarse literatuur, taal en de manier van denken.
Een voorbeeld daarvan is het Debrecen College, opgericht in 1538, naar het voorbeeld van de universiteiten van Wittenberg en Straatsburg. Het college heeft zich ontwikkeld tot een van de meest gerenommeerde scholen in Hongarije. Het imposante gebouw grenst aan Calvin Tér, het park achter de Grote Kerk, waar ook de obelisk van Michiel de Ruyter is te vinden.
”Orando et Laborando” staat er op de gevel van het college: Bidden en Werken. Naast de ingang hangen portretten van Zwingli en Calvijn gebroederlijk naast elkaar. Al eeuwenlang wordt hier reformatorisch onderwijs gegeven. Het gebouw biedt inmiddels ook ruimte aan een Reformatiemuseum en aan een historische bibliotheek met maar liefst 600.000 boeken. „In het verleden was het gebruikelijk dat studenten die in het buitenland gingen studeren, bij hun terugkeer op z’n minst één boek meebrachten voor deze bibliotheek”, zegt ds. István Oláh.
Reformatiemuseum
Het wapenschild van de stad Debrecen prijkt als een kleurig mozaïek op het grote Kossuthplein voor de hervormde kerk. Het schild verraadt de sterke verwevenheid van kerk en maatschappij. Het is identiek aan dat van de Hongaarse Hervormde Kerk.
Veelbetekenend was ook de plaatsing van een nieuw Reformatiemonument in park Calvin Tér, op 24 juni dit jaar. Op het monument staat een afbeelding van het Lam Gods. Het Lam staat op de boeken van het Oude en het Nieuwe Testament en houdt een vlag vast, symbool voor de Helvetische Belijdenis. Het Lam wordt omkranst door een gouden ster, zinnebeeld van de uitstraling van het calvinisme.
De Hongaarse minister van Onderwijs, Zoltán Balog, zei bij de onthulling van het monument op 24 juni dat het oprichten van een Reformatiemonument een dappere onderneming was, juist in een periode waarin de gedachtenis aan het christelijk erfgoed steeds meer onder het stof verdwijnt. Hij zei onder meer: „Nu is het aan onze generatie om het kruis en de Calvijnster hoog te houden, zodat ze weer zichtbaar zijn in Debrecen, in Hongarije, in Europa en over de hele wereld.”
Debrecen als politiek middelpunt
Vanaf de eerste calvinistische synode in Debrecen, in 1567, verbreidde het protestantisme zich snel over Hongarije. Sinds het begin van de zestiende eeuw hadden de Turken Hongarije weliswaar voor het grootste deel bezet, maar zij drongen niet aan op bekering tot de islam. Voor de Turken was het christendom in Hongarije een soort heidendom, hoewel ze toch wel sympathie hadden voor de protestanten met hun sobere erediensten zonder beelden. Wat de Hongaren geloofden, maakte voor de Turken niet veel uit, als ze hun belastingplichten maar nakwamen.
Later rukten de Habsburgers uit Oostenrijk vanuit het westen op tegen de Turken. De Turken moesten zo snel mogelijk uit Hongarije worden verdreven. Dat gold ook voor het protestantisme, dat moest verdwijnen. Het was de Oostenrijkse machthebbers allang een doorn in het oog dat meer dan 90 procent van de bevolking protestants was geworden. De Habsburgers voerden een agressief en gewelddadig contrareformatiebeleid in de door hen „bevrijde” gebieden.
Debrecen was in die tijd niet alleen het centrum van de Hongaarse Reformatie, maar werd ook het middelpunt van opstand tegen het katholieke Oostenrijk onder de Habsburgers. Toen het leger van het opstandige Hongaarse Nationale Verdedigingscomité uit Boedapest werd verdreven, besloot hun leider, Lajos Kossuth, uit te wijken naar Debrecen. Daar was zijn aanhang groot. Veel theologiestudenten waren bereid om als soldaat de opstand dienen. Het is dan ook niet zo vreemd dat hun leider juist in Debrecen op 14 april 1849 in de Grote Kerk van Debrecen de Verklaring van onafhankelijkheid van de Habsburgers uitsprak.
Die vrijheid was maar van korte duur. Al enkele maanden later wisten de Habsburgers met steun van Rusland Boedapest opnieuw te heroveren. Hongaarse verzoeken om internationale hulp werden genegeerd. Lajos Kossuth werd gedwongen om af te treden. Toch bleef Kossuth de nationale held van Hongarije.
Een eeuw later werd Debrecen als stad van conservatieven en nationalisten nog eenmaal het centrum van Hongarije. Op 21 december 1944 werd hier opnieuw een voorlopige regering uitgeroepen, ditmaal die van de naoorlogse republiek Hongarije. Maar al snel namen de Sovjets de macht over. Opnieuw beleefden de Hongaren zware tijden.
Michiel de Ruyter, held in Debrecen
Het symbolische dieptepunt van de Hongaarse contrareformatie was de vestiging van de Bloedige Rechtbank van Pozsony. Beroemd is het verhaal van een grote groep predikanten en leraren die in 1673 werd opgeroepen om voor dit tribunaal te verschijnen. Vanwege hun gereformeerde geloof werden de predikanten en de leraren beschuldigd van hoogverraad. Ze werden voor de keus gesteld om rooms-katholiek te worden, of het land te ontvluchten.
Sommigen van hen werden alsnog rooms-katholiek, anderen vluchtten naar het buitenland. Tweeënveertig predikanten bleven hun geloof trouw. Ze werden gefolterd en gevangengezet. Daarna moesten ze geketend afmarcheren naar de Adriatische Zee, waar ze als galeislaven werden verkocht. Slechts dertig van hen overleefden de galeien.
De internationale gemeenschap, en vooral de protestantse landen, spraken hier schande van. Uiteindelijk besloten de Nederlandse Staten-Generaal hun admiraal erop af te sturen. Zo gebeurde het dat Michiel de Ruyter op 11 februari 1676 in de baai van Napels een groep van 26 overlevende Hongaarse predikanten kon bevrijden.
Deze bevrijde galeislaven zouden in Hongarije mettertijd worden uitgeroepen tot martelaren voor het protestantse geloof. Admiraal De Ruyter kreeg daarbij op een obelisk in het park Calvin Tér een heldenrol toegedicht. Onder een afbeelding van een galeischip staan de namen van de 26 bevrijde predikanten en die van hun bevrijder, ”De Ruyter Mihaly”.
Tot op de dag van vandaag staat Hervormingsdag in Debrecen ook in het teken van deze vervolgde predikanten en worden er kransen bij hun monument gelegd. Aan de andere kant van het monument is een afgietsel te zien van de krans die paus Johannes Paulus II hier neergelegd heeft als verontschuldiging voor de vervolging van protestanten in de zestiende en de zeventiende eeuw. De kerkvorst uit Rome was in 1991 in Debrecen te gast op de Tweede Wereldconferentie van de Hongaarse Hervormde Kerken.