Opvoedingsproblemen in centraal register
Verloskundigen en kraamhulpen moeten problemen bij de opvoeding van baby’s in een centraal register opnemen. Hulpverleners, onder wie politiefunctionarissen, kunnen daar inzage in krijgen. Vanuit de sector klinkt er protest.
Het voorstel voor een centraal register is afkomstig van staatssecretaris Ross van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ze bracht het maandag naar voren tijdens een conferentie over de jeugdzorg in Den Haag.
Een landelijk systeem van registratie is volgens Ross nodig om problemen bij de opvoeding in een vroeg stadium te herkennen en te corrigeren. Verloskundigen en kraamhulpen moeten een aantekening in het register maken als ze merken dat ouders van een baby „niet goed in hun vel steken.”
Gemeenten moeten de dossiers centraal laten samenkomen, bijvoorbeeld bij de GGD of een consultatiebureau. Als de kinderen verhuizen, moeten de dossiers meegaan. In beginsel mogen alleen artsen en andere hulpverleners het (sociaal-)medische dossier inzien. In sommige gevallen mag ook de politie delen ervan bekijken.
De vorming van het dossier hoeft volgens een woordvoerder van Ross niet veel extra geld te kosten. De gegevens van verloskundigen en kraamhulpen kunnen namelijk eenvoudig een aanvulling vormen op het dossier dat de consultatiebureaus al hebben.
Vanuit de sector is er kritiek op de plannen. De Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen zegt in een eerste reactie dat het plan veel vragen oproept. „Een verloskundige mag helemaal geen informatie doorspelen. Die heeft een vertrouwensrelatie met de ouders en bovendien een medisch beroepsgeheim”, aldus een woordvoerder.
Ook het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) plaatst kanttekeningen bij het plan. „Dat moet goed georganiseerd zijn”, aldus een woordvoerder, die vreest dat de privacy van mensen wordt geschonden. Een woordvoerder van Ross liet daarop weten dat de bewindsvrouw desnoods de wet wil veranderen, omdat het belang van de jongeren zwaarder weegt dan bescherming van de privacy.
De Landelijke Vereniging voor Thuiszorg vindt dat er geen ruimte is voor extra taken. Volgens Ross bewijst een project in Zeeland dat het wel kan.
GGD Nederland vindt het „op zich geen slecht idee.” „We steunen alle maatregelen die leiden tot verbetering”, aldus een voorlichtster van GGD Nederland. Ze benadrukt dat er nog wel „over gepraat moet worden.”