De autofabrikanten trokken op Black Friday van alles uit de kast om de verkopen op te krikken en restvoorraden bij autodealers aan het einde van het jaar kwijt te raken. Er konden relatief hoge kortingen worden gegeven, omdat de interesse steeds meer verschuift naar bestelwagens en SUV’s en de marges op die voertuigen groter zijn dan op gewone personenauto’s.

Ford verkocht in november 7 procent meer auto’s en bij Honda trokken de verkopen zelfs 8,3 procent aan. Fiat Chrysler zag zijn verkopen 3,7 procent dalen, maar deed het desondanks beter dan verwacht. General Motors (GM) bleef door een tegenvaller van zijn merk Cadillac wel achter bij de verwachtingen van analisten. GM verkocht 2,9 procent minder auto’s dan een jaar eerder.

Volkswagen, dat in de Verenigde Staten een relatief kleine speler is, timmerde verder aan de weg. De verkoopplus van 3,4 procent betekende de 83e maand op rij met een verkooprecord. De groei was wel een fractie lager dan verwacht.

De Japanse autobouwers lieten in de VS een wisselend beeld zien. Naast Honda overtrof ook Nissan de verwachtingen, al waren die cijfers onder voorbehoud vanwege een IT-probleem. Toyota noteerde onverwacht een verkoopdaling van 3 procent.