Binnenland

„Les over islam is spiegel voor christenen”

Als godsdienstleraar Dick van den Noort vertelt dat moslims vijf keer per dag moeten bidden, reageren zijn leerlingen verbaasd. Zó vaak? „Dan zeg ik: Jongelui, tel eens op: hoeveel keer wij bidden op een dag? Dan kom je zo aan tien.” Waarmee Van den Noort maar wil zeggen: „Praten over andere godsdiensten betekent tegelijk jezelf de spiegel voorhouden.”

Evert van Dijkhuizen
1 March 2002 10:10Gewijzigd op 13 November 2020 23:26

Sommige islamitische scholen zetten hun leerlingen aan tot haat tegen Joden en christenen, aldus een rapport van de Binnenlandse Veiligheidsdienst. Maar hoe spreken reformatorische scholen over de islam?

Bij alles wat Van den Noort, godsdienstleraar op de scholengemeenschap Pieter Zandt in Kampen, in vier lesuren over de islam zegt, probeert hij zich steeds één ding goed te realiseren: „Moslims zijn schepselen van God, net als christenen. We zijn bovendien allemaal van dezelfde lap gescheurd. Zonder wedergeboorte kan niemand het koninkrijk van God binnengaan. Die gedachte moet ons bewaren voor het gevoel dat reformatorische christenen beter zouden zijn dan moslims, hindoes of boeddhisten.”

Toch merkt de godsdienstdocent die houding onder zijn leerlingen wel. „Het wij-zijn-betergevoel leeft, zeker na 11 september. Ik schrik soms van wat ik hoor. „Wat zoeken die moslims in ons land? Ze verzieken onze samenleving alleen maar.” Of: „Meneer, wat ze daar in die moskee doen, is helemaal fout.” Dat laatste is natuurlijk waar, maar ik zeg dan wel eens terug: Stel dat jij in een moslimgezin was geboren, dan ging je ook naar de moskee, hield je ook ramadan en had je misschien ook een hoofddoekje om.”

Dat betekent niet, benadrukt Van den Noort, dat we de verschillen tussen christendom en islam moeten wegpoetsen of relativeren. „Integendeel, wij weten vanuit de Bijbel dat er maar één Weg tot behoud is: Jezus Christus. Als je dat op je laat inwerken, kun je een moslimbuurman niet vrijblijvend verloren laten gaan. Dan zul je hem moeten waarschuwen. Dat kan natuurlijk niet altijd bij de eerste ontmoeting, maar niets zeggen tot zijn behoud zal ons aanklagen in het oordeel voor God. In die zin heeft het christelijk geloof iets dwangmatigs. Niet op de Taliban-manier, maar vanuit bewogenheid om het zielenheil van onze naaste.”

De islam was voor reformatorische scholieren altijd al herkenbaarder dan het hindoeïsme en het boeddhisme, maar na de dramatische gebeurtenissen in New York kan Van den Noort helemaal niet meer om deze wereldgodsdienst heen. „De leerlingen komen zelf met vragen. Ze leven in een stevig multiculturele samenleving, waarin moslims dominant aanwezig zijn, en ze willen weten hoe het zit met de jihad: de heilige oorlog.”

Best lastig, vindt de Pieter Zandt-leraar. „Aan de ene kant is niet elke moslim een terrorist; aan de andere kant is de jihad een wezenlijk onderdeel van de islam. Ik wijs de leerlingen erop dat je bij moslims, net als bij christenen, gradaties hebt. De een is meer toegewijd dan de ander.”

Leerlingen willen bijvoorbeeld ook weten, zegt Van den Noort, hoe het komt dat er steeds weer zelfmoordcommando’s klaarstaan. „Daar begrijpen ze niets van. Ik leg dan uit dat moslims een betere plaats in de hemel kunnen verdienen door actief mee te doen met de jihad.”

Als leerlingen dat belachelijk maken, heeft de Kamper godsdienstdocent een prikkelend antwoord klaar. „Ik zeg dan: Je kunt moslims beter voor de troon van God neerleggen dan ze over de tong te laten gaan. Op die opmerking pakken ze me overigens wel vijf keer terug. Leerlingen horen en lezen over de problemen die moslimjongeren in sommige plaatsen veroorzaken. Dat stimuleert ze om er negatief over te praten. „Stuur ze allemaal het land uit.” Als ik dat hoor, denk ik: Pim Fortuyn zou op dit punt wel eens hoog kunnen scoren onder onze jongeren.”

Lesgeven over de islam ervaart Van den Noort als een confrontatie met wat reformatorische christenen zelf in leer en leven uitdragen. „Er zijn veel overeenkomsten. Neem het bidden met het gezicht naar Mekka. Onze jongelui lachen daar soms om, maar dan wijs ik ze op Daniël. Hij bad drie keer per dag met het gezicht naar Jeruzalem. En wat denk je van de ramadan? Is vasten niet een gewoonte die in de Bijbel veelvuldig voorkomt? „Ja maar, meneer, u moet eens weten wat moslims na halftien ’s avonds doen als ze weer mogen eten en drinken.” Dat zal waar zijn, maar toch mogen christenen zich wel eens afvragen: Waarom vasten wij niet meer?”

Als het gaat over de kern van de zaak, neemt Van den Noort duidelijk stelling in zijn lessen. „Moslims moeten de hemel verdienen, christenen mogen leven van genade. Slaafse vrees of kinderlijke vrees: dát is het grote verschil.”

Opnieuw komt de Kamper godsdienstdocent met een confronterende les: „Je kunt van alles voor je godsdienst over hebben en toch God niet oprecht dienen. Dat geldt voor moslims én voor christenen. Vergelijk Saulus van Tarsen. Hij meende het goede te doen, totdat hij werd stilgezet en tot de schrikbarende ontdekking kwam dat hij bezig was Gods gemeente te vervolgen.”

Van den Noort sluit niet uit dat er nog eens moslimjongeren op de Pieter Zandt worden uitgenodigd om met hun reformatorische leeftijdgenoten van gedachten te wisselen. „Uit alle enquêtes onder oud-leerlingen blijkt dat we als school te weinig aan de confrontatie met andersdenkenden doen. We hebben gezegd: We moeten dat punt echt een keer concreet oppakken.”

Uitgebreid staat Van den Noort in zijn lessen stil bij de vijf zuilen van de islam: twee keer per dag de geloofsbelijdenis ”Allah is god en Mohammed is zijn profeet” opzeggen, vijf keer per dag met het gezicht naar Mekka bidden, aalmoezen geven, één keer per jaar vasten (ramadan) en één keer in je leven een bedevaart naar Mekka maken. Aan dat laatste komen de meeste moslims niet toe, maar „dat mogen ze compenseren door de andere vier punten wat vaker te doen”, zegt Van den Noort. De constatering dat het alternatief in ieder geval goedkoper is dan een reis naar Mekka, ontlokt hem een veelbetekenende reactie: „Christenen kopen zonder geld…”

Dit is de tweede aflevering in een driedelige serie naar aanleiding van het BVD-rapport over islamitische scholen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer