Annan wil snel actie ondernemen in Darfur
In de Sudanese regio Darfur dreigt een humanitaire ramp. Daar moet onmiddellijk iets aan worden gedaan, „niet morgen, maar nu.” Dit heeft VN-secretaris-generaal Kofi Annan maandag (plaatselijke tijd) verklaard in de marge van een grote VN-conferentie over de bestrijding van armoede in Sao Paulo.
In Darfur wordt de zwarte bevolking geterroriseerd door Arabische milities. Een miljoen mensen zijn al op de vlucht geslagen, binnen Sudan of naar buurland Tsjaad. De ontheemden en vluchtelingen hebben dringend humanitaire hulp nodig. „De wereld moet erop staan dat de Sudanese autoriteiten de milities neutraliseren en ontwapenen”, aldus de VN-voorman Annan.
In New York lichtte VN-ondersecretaris-generaal Jan Egeland de Veiligheidsraad in over de situatie in Sudan. Na afloop verklaarde hij dat hulpverleners geregeld worden dwars gezeten door de Sudanese bureaucratie. Zo heeft Artsen zonder Grenzen problemen bij het verkrijgen van visa. Ook wordt radiocommunicatieapparatuur afgepakt die voor de veiligheid van de hulpverleners noodzakelijk is.
Sommige VN-functionarissen hebben de Sudanese regering ervan beschuldigd samen te werken met de Arabische milities die in Darfur zwarte dorpelingen vermoorden, martelen en verkrachten.
De VN-conferentie in Sao Paulo is geheel gewijd aan de bestrijding van armoede en het bevorderen van de wereldhandel. Honderdtachtig landen overleggen de komende dagen over de gevolgen van globalisering, de toekomst van internationale ontwikkelingshulp en armoedebestrijdingsprogramma’s.
De Braziliaanse president Luiz Inacio Lula da Silva zei bij de opening van de Unctad-conferentie dat globalisering meer gericht moet zijn op het bieden van toegang aan arme landen tot de markten van het rijke deel van de wereld. „Globalisering is geen synoniem voor ontwikkeling en geen doel op zich. Wel kan het een instrument zijn, maar als zodanig wordt het onvoldoende gebruikt”, aldus de Braziliaanse president.
VN-secretaris-generaal Kofi Annan zei naar een vorm van internationale samenwerking te streven die moet leiden tot een situatie waarin arme landen „door handel en een naar buiten gericht beleid hun economische positie verbeteren en de bevolking van arme delen van de wereld meedeelt in de welvaart zoals rijke landen die kennen.”
De vertegenwoordigers van arme landen hebben de Verenigde Staten en Europa opgeroepen de landbouwsubsidies af te schaffen en hun markten open te stellen voor landbouwproducten uit het arme deel van de wereld. Volgens veel afgevaardigden zijn de protectionistische maatregelen die de VS en de EU hebben genomen om hun eigen boeren te beschermen de belangrijkste obstakels voor de groei van ontwikkelingseconomieën. Maar ook het afschaffen van onderlinge handelsbarrières wordt de komende dagen besproken in Brazilië.
De Europese Unie is in Sao Paulo vertegenwoordigd door eurocommissaris van handel Pascal Lamy. De VS hebben handelsgezant Robert Zoellick naar Brazilië gestuurd. Lamy zei op de openingsdag van de conferentie dat de EU in principe akkoord is met het afschaffen van de landbouwsubsidies, maar dat dat gefaseerd en in overleg moet gebeuren.
Over een grootschalige liberalisering van de wereldhandel is op de Doha-top van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) eind 2001 een principeakkoord bereikt. Het is de bedoeling dat volgende maand een ontwerpverdrag daarover wordt voorgelegd. De WTO berekende enkele jaren geleden dat ontwikkelingslanden ten minste driemaal zo veel zouden verdienen als wat zij nu aan internationale hulp ontvangen wanneer de westerse landen hun landbouwsubsidies zouden afschaffen.