’Sluiting van zwakke scholen is kapitaalvernietiging’
Sluiting van scholen die langere tijd onder de maat presteren, is kapitaalvernietiging. Het ministerie van Onderwijs kan beter nog sterker inzetten op verbeteren van de school, bijvoorbeeld met interim–management, voordat de geldkraan dichtgaat. Dat zei CDA–Kamerlid De Vries maandag in een overleg tussen de Tweede Kamer en onderwijsminister Van der Hoeven over het jaarverslag 2002/2003 van de Inspectie van het Onderwijs.
Hij was zeer verbaasd over het voornemen van de minister. „Dat lijkt daadkrachtig. Maar wie is daarbij gebaat?" Ook GroenLinks vindt dat de minister meer oog moet hebben voor mogelijkheden om de kwaliteit van een school op te krikken. De inspectie bestempelde in het Onderwijsverslag 4 procent van de scholen in het basis– en voortgezet onderwijs als zeer zwak. De helft van deze scholen is dat al langere tijd. Dit zijn ongeveer 150 scholen.
De PvdA vond sluiting van scholen die er niet in slagen zichzelf uit het moeras te trekken, zoals de minister het formuleerde, nog niet zo’n gek idee. De LPF is er ronduit voor. „Je moet niet scholen in stand houden die jaar in jaar uit er niet in slagen zich te verbeteren", vindt LPF’er Kraneveldt.
Wanneer het moment van sluiting echt daar is, kon Van der Hoeven niet zeggen omdat er nog geen school is die al een laatste waarschuwing heeft gehad. De minister noemde sluiting de laatste remedie. „Scholen die slecht blijven presteren kun je niet de hand boven het hoofd blijven houden."
Over het voorstel van de Algemene Onderwijsbond (AOb) om reddingsteams op scholen in nood af te sturen, was de minister positief. De AOb wil dat een team van ervaren leraren en managers de bedreigde school tegen het licht houdt, de problemen op een rijtje zet en oplossingen aandraagt.