RAF-lid vraagt alsnog vergeving om moord
Veertig jaar na de moord op de Duitse voorzitter van de werkgeversvereniging Hanns Martin Schleyer heeft een van de leden van de Rote Armee Fraktion (RAF), Silke Maier-Witt, alsnog vergiffenis gevraagd aan diens zoon.
Schleyer werd in september 1977 ontvoerd en 43 dagen later gedood, nadat enkele kopstukken van de terreurgroep dood in hun cel waren gevonden. Silke Maier-Witt sprak op 18 oktober 1977 de omineuze woorden: „We hebben na 43 dagen het beklagenswaardige en corrupte bestaan van Hanns Martin Schleyer beëindigd.”
De krant Bild organiseerde in de Macedonische stad Skopje een ontmoeting tussen Maier en Schleyer junior, die zeven uur duurde. Mairer-Witt werd na de ineenstorting van de DDR opgepakt en kreeg tien jaar cel. Ze kwam echter al in 1995 vrij en woont sinds 2000 op de Balkan.
Jörg Schleyer kreeg tijdens de ontmoeting eindelijk antwoord op zijn vragen over de gevangenschap van zijn vader, onder meer in Scheveningen, en hoe hij is omgebracht.
De Duitse president Frank-Walter Steinmeier had bij de herdenking van de moord de RAF-daders opgeroepen hun zwijgen te verbreken. Nog altijd is niet bekend wie van hen het dodelijke schot op Schleyer heeft gelost.