Binnenland

Verzet politie tegen nieuwe regels OM

Politie en journalisten blijven zich verzetten tegen de nieuwe voorlichtingsregels van het openbaar ministerie (OM). Beiden willen nog overleg met het OM. De top van het OM, het college van procureurs-generaal (pg’s), heeft de omstreden aanwijzing echter al vastgesteld.

Binnenlandredactie
1 March 2002 09:25Gewijzigd op 13 November 2020 23:26

Dat bleek donderdag in Rotterdam tijdens een door het OM georganiseerd debat. Het college van pg’s wilde aanvankelijk op de bijeenkomst de nieuwe aanwijzing presenteren, maar zag daar na forse kritiek van de Raad van Hoofdcommissarissen, de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) en het Genootschap van Hoofdredacteuren van af.

Volgens de nieuwe richtlijn mogen voorlichters van Justitie en politie geen informatie verstrekken die kan leiden tot de identificatie van verdachten. Bij gevoelig liggende zaken wil het OM arrestaties pas na twee weken bekendmaken, als de raadkamer van de rechtbank zich over de aanhouding heeft gebogen.

Journalisten en de politie vinden de nieuwe regels onwerkbaar. Volgens plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Hoofdcommissarissen Beuving ontbeert de aanwijzing visie. Justitie focust te veel op het opsporingsbelang en de wetgeving en te weinig op het algemeen belang. In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij geruchtmakende moorden, is het naar buiten brengen van gevoelige informatie juist nodig om de maatschappelijke onrust te beperken, stelt Beuving.

Ook de NVJ en het Genootschap van Hoofdredacteuren verzetten zich tegen de nieuwe aanwijzing. Het OM gaat de nieuwe regels gebruiken om zich achter te verschuilen, meent hoofdredacteur P. Broertjes van de Volkskrant.

Het OM maakte donderdag ook de resultaten van een opiniepeiling onder 2000 Nederlanders bekend. Daaruit blijkt dat bijna tweederde van de Nederlanders vindt dat verdachten door de publiciteit vaak al schuldig worden bevonden voordat de rechter een uitspraak doet.

De ondervraagden willen, mochten ze ooit zelf verdachte worden, anonimiteit. Op de vraag hoever politie en justitie mogen gaan bij het verstrekken van persoonsgegevens aan de pers, antwoordt 21 procent dat er helemaal niets mag worden meegedeeld aan journalisten. Negen procent heeft er vrede mee als zijn of haar achternaam wordt vrijgegeven. Als er onderzoeksgegevens worden vrijgegeven om onrust in de samenleving te verkleinen, ook al gebeurt dat ten koste van de privacy van slachtoffers, heeft 42 procent daar geen bezwaar tegen. Circa 43 procent is het er niet mee eens.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer