Bijbelkennis Kamerleden blijkt verbleekt
De Bijbelkennis van Kamerleden van de Partij voor de Dieren, ChristenUnie en SGP kan beter, zo bleek vorige week tijdens het debat over de begroting van Buitenlandse Handel.
Plechtig heeft Nederland toegezegd om honger, armoede, klimaatverandering en verlies van biodiversiteit tegen te gaan. „Het lukt ons echter maar niet om die doelen daadwerkelijk leidend te laten zijn boven onze enorme handelsdrift”, constateerde PvdD-Kamerlid Ouwehand vorige week tijdens het debat over de begroting van Buitenlandse Handel.
Hoe dat komt? „Het antwoord lijkt te liggen in wat Petrus zei: „Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik.””
SGP-Kamerlid Dijkgraaf was er als de kippen bij om daarop te reageren. Niet om Ouwehand –„ik ken haar als een goed citeerder van de Bijbel”– erop te wijzen dat de aangehaalde Bijbeltekst van de apostel Paulus is. Wel om de juiste exegese: „Ze weet volgens mij heel goed wat daar wordt bedoeld. Het is niet een soort goedpraten van het kwade doen, maar juist een oproep om het goede te doen.”
Ouwehand beaamde dat. „Ik ben christelijk opgevoed en inmiddels niet meer gelovig”, reageerde ze, „maar ik denk dat veel mensen in de Bijbel dingen hebben gezegd waar we wat van kunnen leren.” De geciteerde tekst vond ze zo interessant „omdat die inzicht geeft in de psychologie van de mens: We willen wel degelijk. Niemand twijfelt daaraan. Maar er trekken krachten aan ons die ervoor zorgen dat wij dat toch niet doen.”
Overigens had ook ChristenUnieKamerlid Voordewind niet door dat de aangehaalde tekst niet van Petrus, maar van Paulus was. Hij stelde in de discussie: „De vrije vertaling van die tekst van Petrus is: de geest is gewillig, maar het vlees is zwak. Ik wilde dat net tegen de Partij van de Dieren zeggen, maar toen bedacht ik me dat die vertaling ook weer niet helemaal zou landen.”