Jodiumpil maakt onrust over kernenergie wakker
Het waren afgelopen zomer niet minder dan 50.000 mensen die een lange menselijke ketting vormden en in drie landen tegelijk van zich lieten horen. De slang van 90 kilometer protesteerde tegen het openhouden van de wankelende kerncentrale in het Belgische Tihange, vlak onder Maastricht. Het onbehagen over kernenergie lijkt in de samenleving weer toe te nemen.
Jodiumpil maakt onrust wakker
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stuurde de afgelopen weken pakketjes met jodiumtabletten naar 1,2 miljoen brievenbussen. In totaal 3 miljoen mensen kregen de pillen.
Wie altijd dacht dat kernenergie veilig was, ging opeens twijfelen. Want als de kans op een kernramp zo klein is, waarom heb je die pillen dan nodig? De verspreiding van jodiumpillen zou de bevolking moeten geruststellen, maar heeft misschien juist het tegenovergestelde effect.
De jodiumtabletten kunnen voorkomen dat mensen schildklierkanker krijgen nadat ze zijn blootgesteld aan radioactieve straling die vrijkomt bij een kernramp.
Rond kernenergie spelen nog altijd twee principiële discussies: over de veiligheid van de centrales als zodanig en over het moeilijk afbreekbare radioactieve afval.
Veiligheid is relatief. Is het verkeer veilig? Alleen al in Nederland vallen nog altijd honderden verkeersdoden per jaar en toch nemen we allemaal deel aan het verkeer. We accepteren een zeker risico en dat moet ook wel, want niets is zonder risico, zelfs lopen over straat niet.
Het probleem met kernenergie is dat het zich niets van grenzen aantrekt. Als Nederland vandaag kernenergie in de ban doet en de kerncentrale in Borssele –de enige in het land– sluit, betekent dat beslist niet dat wij zijn gevrijwaard van een mogelijke ramp. Want als een atoomcentrale in Duitsland ontploft, zitten wij ook in de radioactieve wolk die zo’n explosie kan teweegbrengen.
Net over de landsgrens bij Twente staat de Duitse kerncentrale Emsland (bij Lingen) en er draaien er ook nog eens zeven in België: vier bij Doel (op nog geen 3 kilometer van de Belgisch-Zeeuwse grens) en drie in Tihange (op ruim 60 kilometer van Maastricht). Zowel het oosten als het zuiden van Nederland staat bloot aan radioactieve wolken indien zich in een van die centrales een ramp voltrekt. Daarom zijn ook in Nederland jodiumpillen verspreid binnen een straal van 100 kilometer rond de installaties.
Hoogspanning
De discussie tussen voor- en tegenstanders van kernenergie lijkt nooit op te houden; de Vlaamse regeringspartij Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) pleitte onlangs voor het openhouden van de twee jongste kerncentrales in België: Doel 4 en Tihange 3, terwijl de Belgische regering juist had besloten om alle zeven centrales in het land uiterlijk in 2025 af te stoten. Maar de beheerder van het Belgische hoogspanningsnet, Elia, meent dat er dan na 2025 stroomtekorten dreigen omdat er tegen die tijd mogelijk niet voldoende nieuwe gasgestookte energiecentrales, biomassacentrales en windmolens zijn om het wegvallen van Doel en Tihange op te kunnen vangen.
Duitsland zet in op een volledige ontmanteling van alle zeventien kernenergiecentrales die dat land telt (de zogeheten ”Atomausstieg”). Uiterlijk in 2022 zou Duitsland kernenergievrij moeten zijn, besliste de regering in de nasleep van het ernstige ongeluk in de kerncentrale van Fukushima in Japan in 2011.
Woordvoerster Inge Freriksen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) bespeurt niet direct toenemende zorg onder de bevolking sinds de distributie van de jodiumpillen. Toch, zegt ze, kreeg VWS uit het hele land zo’n 2700 mails en telefoontjes van burgers over de campagne. „De meeste hadden betrekking op de lichte vertraging die er op een gegeven moment bij het versturen van de tabletten is opgetreden”, vertelt Freriksen. „Mensen vroegen zich af of ze hun pakketje nog wel zouden krijgen. We kregen niet heel veel verontruste reacties.” Inmiddels zijn alle pillen verstuurd. Op 15 november werden de laatste doosjes bij mensen thuis afgeleverd.
Dit was een gevolg van een besluit van toenmalig minister Kamp (Economische Zaken) in 2014 om het beleid in overeenstemming te brengen met dat van onze buurlanden. Freriksen: „Dat betekende dat het gebied rond een kerncentrale waarbinnen bij een ongeluk voorzorgsmaatregelen nodig werden geacht, werd opgerekt naar 100 kilometer. Dat gebeurde aan de hand van adviezen van het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) in Wenen. Delen van Nederland kwamen daardoor in die gevarenzone. Na deze uitbreiding besloot toenmalig VWS-minister Schippers in overleg met de veiligheidsregio’s de jodiumpillen naar de burgers te sturen. Tot dan werden die tabletten gedurende een periode van zo’n dertig jaar in een centrale opslagruimte bewaard. Als er nu onverhoopt iets gebeurt, hoeft de veiligheidsregio niet met de jodiumpillen naar mensen te rijden.”
Volgens internationaal crisisexpert Eelco Dykstra vinden mensen kernenergie vooral eng omdat het onzichtbaar blijft, ook als het misgaat. Straling zie, ruik of voel je niet. „Dat is de psychologisch-emotionele dimensie van het vraagstuk, waarover de autoriteiten naar de burger toe meedogenloos eerlijk zouden moeten zijn”, zegt hij.
Eerlijk zijn is de enige manier om het vertrouwen van de bevolking te verwerven, aldus Dykstra. „Daarnaast moet je mensen ook onderdeel maken van je crisisaanpak. Mensen zijn niet dom, betrek hen zo veel mogelijk bij wat je doet. Je moet als overheid ook durven erkennen wat je níét kunt in geval van een calamiteit. Dat vereist moed, en op dat punt hebben de autoriteiten nog een enorme inhaalslag te maken. Je kunt wel zeggen dat op grond van statistieken en kansberekeningen de kans op een ongeluk met een kerncentrale bijna nul is, maar dan ga je eraan voorbij dat er toch serieuze ongelukken zijn gebeurd in Three Mile Island, Tsjernobyl en Fukushima. Een kennis van mij beseft juist door het uitdelen van die jodiumpillen opeens dat zij in een risicogebied woont. Nu moet ik me toch even achter de oren krabben, zei ze, want een kernramp is nu voor mij opeens niet langer een ver-van-mijn-bedshow.”
Toch denkt 70 procent van de bevolking dat een kernramp toch nooit zal plaatsvinden. Dykstra: „Dat noem ik de ontkenning. Aan de andere kant zie je –en dat is wetenschappelijk bewezen– dat als het echt misgaat de bevolking vaak veel socialer blijkt te zijn dan je zou verwachten. Terwijl de hulpdiensten nog aan het opschalen en overleggen zijn, zie je dat burgers niet afwachten, rationeel handelen en direct in actie komen om medemensen in veiligheid te brengen in plaats van in paniek weg te rennen om hun eigen hachje te redden. Samenredzaamheid noem ik dat, als tegenpool van zelfredzaamheid.”
De crisisexpert zegt in theorie niet tegen kernenergie te zijn. „Wel vind ik dat er serieus moet worden gekeken naar het gebruik van andere splijtstoffen dan uranium. Dus materialen die minder gevaarlijk zijn en minder lang straling geven.”
Want als het onverhoopt faliekant mis zou gaan bij bijvoorbeeld de kerncentrale van Borssele geeft dat een enorme maatschappelijke ontwrichting. Dykstra: „Al heel snel vallen dan essentiële zaken als transport, energie, water en voedselvoorziening weg. Het hele logistieke patroon van de samenleving valt uit elkaar, omdat iedereen bezig is zichzelf en anderen in veiligheid te brengen.”
Schelde
Aan de Schelde bij het Belgische dorp Doel, dicht bij de grens van Zeeland, staan vier uit de kluiten gewassen kerncentrales. Burgemeester Petter van Bergen op Zoom, dat er ruim 20 kilometer vandaan ligt, zegt dat zijn gemeenteraad al jaren in zijn maag zit met het nucleaire complex. „Voor de oudste van de vier centrales, die eigenlijk al op de nominatie stond om buiten gebruik te worden gesteld, heeft de Vlaamse overheid de vergunning toch weer verlengd. De kans bestaat dat deze vergunning nóg eens met vijf jaar wordt opgerekt”, verzucht Petter. „De gemeenteraad meent unaniem dat deze centrale dicht zou moeten.”
Bergen op Zoom wil dat niet uitsluitend Belgische instanties het kernpark van Doel inspecteren. Die inspecties zouden op Europees niveau moeten plaatsvinden, meent de gemeenteraad. „Daarmee voorkom je dat de slager zijn eigen vlees keurt”, benadrukt de burgemeester. „De Europese Unie houdt zich met de meest belachelijke kleinigheden bezig, tot aan de kromming van een banaan, maar dít is een onderwerp dat echt belangrijk is en dat Europees geregeld moet worden.”
De gemeenteraad in de West-Brabantse gemeente hamert er bovendien op dat voorafgaand aan het verlenen van vergunningen voor (de bouw van) kerncentrales over de grens, de inwoners van het grensgebied van beide betrokken landen aan de inspraakprocedure mee moeten kunnen doen. Petter: „Nu reikt die inspraak niet verder dan tot de landsgrens en dat is eigenlijk van de gekke.”
Volgens Petter, die sinds vier jaar burgemeester is in Bergen op Zoom, heerst er niet direct paniek onder zijn inwoners vanwege de nabijheid van Doel. Hij juicht de verspreiding van de jodiumtabletten toe. Inname van die pillen is het laatste van drie beoogde scenario’s in geval van een kernramp. „De scenario’s één en twee behelzen: evacueren en schuilen, scenario drie is het slikken van jodiumtabletten door mensen die wat verder weg van de rampplek wonen. Vooral voor jonge mensen zijn die pillen belangrijk om schildklierkanker door straling te voorkomen.”
Petter is van mening dat de hulpdiensten steeds beter voorbereid zijn op een nucleair incident. „Vroeger rukte de brandweer uit als er brand was. Tegenwoordig ligt het accent veel meer op het preparatieve aspect: zorg voor een bewustwordingsproces onder zo veel mogelijk mensen, waardoor je de kans verkleint dat zo’n brand überhaupt uitbreekt. Dat is een goede zaak, want we moeten voorkomen dat het fout gaat. Een kerncentrale blijft een risicofactor. Áls het een keer misgaat, zijn de gevolgen bijzonder ingrijpend, ook in Zeeland. Bij een ongeluk in de kerncentrale van Borssele kun je op de snelweg A58 de inkomende route naar Zeeland blokkeren zodat evacués vier rijbanen tot hun beschikking hebben, maar dat is gezien de tijdsdruk nog een hele klus.”
Intussen is het de bedoeling dat de kerncentrale van Borssele nog tot 2034 in bedrijf blijft. Eigenaar Elektriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) onderstreept dat de centrale veilig is en zelfs „in optimale conditie” verkeert. In het jongste jaarverslag van de EPZ zegt directeur Carlo Wolters dat hij van zijn persoonlijke missie ”we werken veilig of we werken niet” de „leidraad voor het hele bedrijf” heeft gemaakt. „Zo blijft onze positie in de wereldtop van de veiligste kerncentrales gehandhaafd en staan voor ons alle lichten op groen voor een ongestoorde energieproductie tot aan 2034”, aldus Wolters.
De Zeeuwse kerncentrale is een zogenaamde drukwaterreactor uit 1973. De centrale biedt direct en indirect werk aan in totaal 800 mensen.
De EPZ zegt het jammer te vinden dat de bouw van meer kerncentrales in Nederland in het publieke debat wordt vermeden. Maar het stroombedrijf verwacht dat dit onderwerp op een zeker moment terugkeert op de agenda. „Het is de enige manier om snel een grote stap te maken bij het grootschalig klimaatneutraal produceren van stroom”, aldus het jaarverslag.
Een vijfde van alle klimaatneutrale stroom in ons land (3750 GWh) komt volgens directeur Wolters uit Borssele. En dat allemaal zonder subsidie. „Als we deze hoeveelheid stroom met onze eigen EPZ-windmolens opwekten, had daar vanuit de overheid ruim 260 miljoen euro per jaar aan subsidie tegenover moeten staan.”
Borssele mag zeker nog tot 2034 stroom leveren
Het internationale agentschap voor atoomenergie IAEA is dik tevreden over de veiligheid van de kerncentrale in Borssele.
Een IAEA-inspectieteam was van 6 tot 10 november op bezoek bij de Zeeuwse centrale. De teamleden moesten ter plekke nagaan of exploitant EPZ een reeks aanbevelingen van het IAEA had opgevolgd. Het atoomagentschap van de Verenigde Naties kwam in 2014 met die verbeterpunten in de nasleep van de kernramp in het Japanse Fukushima.
De EPZ blijkt na drie jaar bijna alle verbeterpunten met succes te hebben uitgevoerd. Deze betroffen de operationele veiligheid van de kerncentrale, het management op ondernemingsniveau en de interne veiligheidscultuur. Als de EPZ deze lijn vasthoudt, kan de centrale volgens het IAEA tot 2034 veilig stroom blijven leveren.
Eén suggestie bleek nog niet te zijn uitgevoerd, namelijk om de procedures op papier te zetten voor het gebruik van mobiele hulpmiddelen zoals het noodstroomaggregaat. De hulpmiddelen zijn er, maar de procedures zijn nog niet volgens een nieuwe internationale standaard vastgelegd. De EPZ zegt dit begin 2018 af te ronden.