Recensie: Concerto’s door klavecinist Guillermo Brachetta
In de barok werd de retorica van onmisbaar belang geacht: vocale en instrumentale muziek moest accuraat worden voorgedragen, met inachtneming van alle regels voor de welsprekendheid.
Ook muziek zonder tekst kent hoofd- en bijzinnen, voorzien van komma’s, punten en andere leestekens. De van oorsprong Argentijnse klavecinist Guillermo Brachetta past ze zeer consciëntieus toe in zijn uitvoering van een viertal concerti uit de 18e eeuw.
Bij de stukken van W. F. Bach en C. H. Graun werkt zijn formule uitstekend, waardoor de muziek transparant en toegankelijk klinkt en van een heldere visie getuigt.
Het punt bij J. S. Bach is echter dat die de regels van de retorica al tijdens het componeren heeft toegepast en de uitvoerder daar nagenoeg niets meer aan hoeft toe te voegen. Door het nadrukkelijk inhouden bij iedere muzikale komma in het Italiaanse Concert (BWV 971) treedt er voortdurend onnodige vertraging op die Bachs compositie niet nodig heeft. Bach moet je laten doorpraten en hooguit na een flinke alinea even op adem laten komen.
Gelukkig is de zo noodzakelijke voortgaande beweging wel aanwezig in het Concerto a due Cembali, dat Brachetta samen met zijn oud-docent Menno van Delft speelt. Het stuk is vooral bekend als concert voor twee klavecimbels en orkest (BWV 1061), maar klinkt hier niet minder overtuigend in de oorspronkelijke versie zonder orkest, mede dankzij de uitstekende opnametechniek.
De twee musici, die deze complexe muziek met schijnbaar gemak ten gehore brengen, hebben hoorbaar plezier in het vertolken van dit meesterwerk en zetten een hoge standaard neer voor dit repertoire.
Concerto – Works for one & two harpsichords – Guillermo Brachetta with Menno van Delft; Resonus (RES 10189); € 15,99; bestellen: www.resonusclassics.com