Christoforus centraal in doopdienst Amalia
In een dienst waarin het verhaal van de rooms-katholieke heilige Christoforus centraal stond, is prinses Catharina-Amalia zaterdag in de Grote of St.-Jacobskerk in Den Haag gedoopt in aanwezigheid van grootouders Zorreguieta, koningin Beatrix en vele anderen. Haar overgrootvader prins Bernhard liet het afweten.
Op het moment dat ds. C. A. ter Linden, emeritus predikant van de Haagse Kloosterkerk, het doopwater uit de Jordaan op het voorhoofdje van de prinses liet neerkomen, begon een kind te huilen. Even dacht iedereen dat dit geluid van de prinses kwam, maar het bleek Amalia’s twee jaar oude nichtje Isabella. Zelf bleef baby Amalia de rust zelve. Ze gaapte in de armen van haar stralende moeder. Niet veel later ontstond achter de coulissen consternatie doordat een zekering van de NOS doorbrandde in de buurt van de doopvont. Er klonk een gesis dat afkomstig was van een brandblusapparaat.
Ds. Ter Linden besteedde voor de gelegenheidsdienst, die een puur protestants karakter zou dragen, aandacht aan een rooms-katholieke heilige. „Het zal de bisschoppen (in Dokkum bijeen voor de herdenking van de moord op Bonifatius) goed doen dat we in deze kerk waar we als protestanten de beelden hebben weggeslagen, voor één dag een beeld hebben geplaatst van Christoforus”, zei hij.
De inhoud van de schriftlezing, Matthéüs 25:35-40, liet de predikant feitelijk terzijde liggen. Hij wijdde zijn preek aan Christoforus, de beschermheilige van alle reizigers. „Begint niet ook de kleine Amalia vandaag haar reis door het leven?” vroeg Ter Linden zich af.
De reus Christoforus doodde eigenhandig 10.000 man in dienst van een koning in oorlog. „De volgende dag was het groot feest in het paleis. En Christoforus (toen nog Reprobus = de verstotene geheten) zat naast de koning, als de grote overwinnaar. Een harpspeler zong het ene lied na het andere. Van God de Schepper zong hij en van de goedheid van het leven, maar ook van de duivel zong hij, en van het kwade dat ons steeds weer in zijn macht probeert te krijgen”, aldus Ter Linden.
„Waarom zong hij van het kwaad? Ik denk, omdat de harpspeler verder dacht dan de koning. De koning vierde zijn overwinning, maar de harpspeler dacht aan al die moeders, treurend om hun dode zonen; aan de folterkamers van de koning dacht hij, waar gevangenen vernederd en gemarteld werden en gedwongen werden om hun eigen mensen te verraden. Een oorlog maakt ons soms tot duivelse mensen”, vervolgde ds. Ter Linden.
Christoforus wilde echter een hogere koning dienen en eindigde zonder het op het moment zelf te beseffen als drager van Christus, de koning der koningen, door een kolkende rivier. Hij droeg onbewust het kindje Jezus naar de overkant. En zo is het naar de overkant dragen van een heilige voor ieder van ons een hele opgave, stelde Ter Linden. „Christoforus wist nu: in ieder mens die bij mij aanklopt, kan de God schuilgaan die ik dien…”
Met een parafrase op de historische woorden van ds. J. H. Gerritsen in 1909 -„Wij zijn opgegaan om prinses Juliana te begraven”- zei Ter Linden: „Zometeen gaan wij Amalia dopen. Zal zij, als Christoforus, ook als soms golven over haar heengaan, Christus hooghouden in haar leven?” Hoe zal zij haar heilige roeping verstaan? Want als het eenmaal tot haar doordringt voor welke toekomst zij in de wieg is gelegd, is de kans groot dat zij denkt: Maar wil ik dit wel? Moet ik dit ook? Wie vraagt dat van mij? De mensen, de geschiedenis van dit land? Vraagt God het van mij? En als naast de schoonheid van haar roeping ook de zwaarte daarvan tot haar doordringt, zal zij ook denken: Kán ik dat wel? Wie anders kan haar daarop een antwoord geven dan ten slotte zijzelf? Uit welke bronnen van wijsheid kan zij daarbij putten?”
Ds. Ter Linden zei dat prins Willem-Alexander en prinses Máxima daarom hun kind naar deze kerk brachten, „waar het geheim van het leven wordt bewaard, verborgen in die schat van verhalen over Christus en Zijn God die zondag aan zondag overal in de wereld te horen zijn.”
De kroonprins en zijn rooms-katholieke vrouw zeiden tegelijk ja op de vraag of ze het Evangelie van Jezus Christus aan hun kind wilden doorgeven. Opa Zorreguieta, omstreden vanwege zijn rol in de Argentijnse junta, pinkte een traan weg.
Ds. Ter Linden deed zijn best de harten van de talloze kinderen die onder zijn gehoor zaten, te raken. Die had hij van tevoren ook speciaal begroet. „Het is bijzonder dat jongeren in groten getale zijn opgekomen om deze dienst mee te maken. Ik hoop dat je je hier thuis zult voelen. Sommigen hebben misschien nooit een doop meegemaakt of zelfs geen kerk van binnen gezien.”
De plechtigheid droeg een ontspannen karakter, mede veroorzaakt door kleine onduidelijkheden in het protocol. Ze werd bijgewoond door vrienden, familie en de vriendinnen van de nog ongehuwde prinsen Pieter-Christiaan en Floris -respectievelijk Anita van Eijk en Aimée Söhngen-, maar ook door tal van prominenten, onder wie minister van staat Max van der Stoel, Hij bemiddelde in 2001 tussen de Nederlandse regering en Jorge Zorreguieta, zodat de laatste ervan afzag het huwelijk van zijn dochter bij te wonen omdat zijn deelname aan de regering van dictator Videla in Nederland een groot probleem was. De Zorreguieta’s zaten vooraan naast de Koningin, die vertederd het hoofdje van haar kleindochter streelde toen prinses Laurentien de dopeling aan prinses Máxima had overhandigd.