„Dreiging jihadisten niet minder na val Raqqa”
De jihadistische dreiging tegen westerse landen is niet minder geworden door het ineenstorten van Raqqa, de zelfverklaarde hoofdstad van het kalifaat van Islamitische Staat (IS). Hoewel er op dit moment geen concrete aanwijzingen voor zijn, kunnen zowel kleinschalige als grootschalige jihadistische aanslagen in Nederland plaatsvinden.
Dat meldt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Het dreigingsniveau blijft op vier staan op een schaal van vijf. Dat betekent dat de kans op een aanslag in Nederland reëel is.
Volgens het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) van de NCTV komt het gevaar vooral van jihadisten die terugkeren uit onder meer Irak en Syrië, nu IS daar bijna volledig is verslagen. Ook gaat er dreiging uit van jihadisten die nooit zijn vertrokken. „Ze kunnen geïnspireerd, gestimuleerd of aangestuurd worden om een aanslag te plegen”, aldus de NCTV.
Uit het dreigingsbeeld blijkt dat „Nederland vaker op de radar verschijnt als potentieel doelwit van individuele IS-leden en sympathisanten”. Zo is door verscheidene Nederlandse of Nederlandstalige jihadisten dit jaar gedreigd met geweld, onder meer met oproepen in Nederland aanslagen te plegen. Alle leden die deel uitmaken van de anti-IS-coalitie worden beschouwd als „gerechtvaardigd doelwit”, schrijft de NCTV.
Sinds de zomer van 2017 roept IS vrouwen in de officiële propaganda op mee te doen aan de strijd; dat kan vrouwen volgens de coördinator „doen besluiten ook geweld te gebruiken”. De veiligheidsdienst AIVD waarschuwde vorige week ook al voor het toenemende gevaar van jihadvrouwen.
De NCTV gaat ook in op het verspreiden van nepnieuws door IS. Zo heeft de organisatie herhaaldelijk de verantwoordelijkheid opgeëist voor de aanslag in Las Vegas op 1 oktober, waarbij 59 mensen werden gedood en meer dan vijfhonderd mensen gewond raakten. De dader bleek een blanke Amerikaan te zijn. „Mogelijk hoopt de organisatie daarmee angst te zaaien, de eigen achterban tot actie aan te zetten of het vertrouwen in informatie van de overheid te ondermijnen”, schrijft de NCTV over deze desinformatie.