De kerkmensen zetten zich elk jaar met ruim 400.000 arbeidsuren in voor de stad en haar bewoners, waarvan meer dan de helft bijdraagt aan de kwaliteit van de samenleving.

Dat is de conclusie van het rapport Van harte!, dat de PGU zaterdag aanbiedt aan burgemeester Brouwer van Utrecht tijdens de Protestantse Kerkdag in de Domstad. Het bevat een onderzoek van de stichting Oikos naar het maatschappelijk rendement van de Utrechtse kerken. De Protestantse Kerk in Nederland had daar opdracht toe gegeven.

De inzet van kerkmensen in de zestien Utrechtse wijkgemeenten voor onder meer ouderenzorg, hulp aan verslaafden en jeugd- en cultureel werk vertegenwoordigt 258 volledige arbeidsplaatsen, becijfert het rapport. Voor 136 daarvan geldt dat ze andere instanties kosten besparen. De waarde van die 136 arbeidsplaatsen is 8,25 miljoen euro. Die berekening is gebaseerd op de tarieven die de overheid vergoedt aan de thuiszorg in Nederland.

De overheid draagt trouwens ook bij aan het kerkenwerk door subsidies voor enkele arbeidsplaatsen en steun bij het onderhoud van monumentale kerkgebouwen. „Het onderzoek toont aan dat de overheid zeer veel waar voor haar geld ontvangt”, aldus het rapport.

De kerken zelf geven 3,7 miljoen euro uit om hun werk te kunnen doen. Per geïnvesteerde euro leveren zij afgerond 2,20 euro aan maatschappelijk rendement, becijfert het rapport.

Oikos deed eerder onderzoek naar de inzet van kerken in Apeldoorn-Zuid. Daar kwam het maatschappelijk rendement van de drie wijkgemeenten iets lager uit dan in Utrecht.

Brouwer prees het werk dat de kerken in de Domstad verrichten. „Wie het werk dat in kerkelijk verband, deels door vrijwilligers, wordt gedaan voor Utrecht, gekwantificeerd ziet, kan alleen maar enorm onder de indruk zijn”, zegt ze in een gelijknamige krant bij het rapport, die zaterdag verschijnt.