Sinds eind augustus zijn zo’n 600.000 Rohingya vanuit Myanmar naar buurland Bangladesh gevlucht. Dat gebeurde nadat het leger hard optrad na aanvallen van Rohingya-opstandelingen. Tillerson sprak op een gezamenlijke persconferentie met de Myanmarese leider Aung San Suu Kyi over „gruwelijke taferelen”.

De Amerikaan riep op de verantwoordelijken te straffen, maar liet ook blijken weinig te voelen voor brede economische strafmaatregelen tegen het land. „We willen Myanmar zien slagen”, legde hij uit. Militairen zwaaiden lange tijd de scepter in het land, maar delen sinds enkele jaren de macht met burgers.

Suu Kyi reageerde op haar beurt op verwijten dat ze onvoldoende heeft gedaan om de Rohingya te beschermen. „,Ik weet niet waarom mensen zeggen dat ik heb gezwegen. Ik heb niet gezwegen”, zei de staatsadviseur, die in 1991 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg,

Vluchtelingen beschuldigden Myanmarese militairen en burgerwachten eerder van moordpartijen, verkrachtingen en het platbranden van dorpen. Het leger stelde deze week dat uit eigen onderzoek is gebleken dat daar geen sprake van was. Mensenrechtenorganisaties vinden die conclusie ongeloofwaardig.