Politie moet boeken openen in oude moordzaak
Het team van de Amsterdamse politie dat het onderzoek heeft gedaan naar de moord op Corina Bolhaar en haar twee kinderen moet de vertrouwelijke onderzoekslogboeken aan het dossier toevoegen.
Het gerechtshof in Amsterdam honoreerde vrijdag een verzoek van de advocaten van de verdachte, Louis H., om deze zogeheten dagjournaals in het kader van het proces te openbaren.
Corina Bolhaar (33), destijds een minnares van H., werd in maart 1984 in haar woning gedood. Ook twee van haar kinderen, 6 en 9 jaar oud, werden vermoord, op gruwelijke wijze. Bolhaars jongste kind, amper 1 jaar oud, werd in leven gelaten. H. werd destijds ook al verdacht, maar justitie moest hem wegens gebrek aan bewijs laten gaan. Kort voordat de zaak in 2002 zou verjaren, werd H. opnieuw als verdachte opgepakt.
De rechtbank veroordeelde de 48-jarige H. vorig jaar tot levenslang. Dat H. ook verantwoordelijk zou zijn voor de gewelddadige dood van de Ierse Joanne Wilson kon justitie toen niet bewijzen. In stukken gesneden lichaamsdelen van Wilson werden in 1985 in Amsterdam uit open wateren gevist. H. ontkent alle feiten met klem.
Advocaat-generaal mr. L. Plas protesteerde vrijdag heftig tegen openbaarmaking van de dagjournaals. „Deze journaals zijn niet bedoeld voor het dossier. Zij bevatten tal van vertrouwelijke gegevens”, aldus de aanklager. Toevoeging van dagjournaals aan een strafdossier gebeurt bij hoge uitzondering. Zij zijn bedoeld als logboek voor de recherche. Elke onderzoekshandeling wordt er in opgetekend. Alleen de relevante gegevens eruit belanden uiteindelijk in een proces-verbaal voor het dossier. Het hernieuwde onderzoek in de zaak-Bolhaar leverde ruim 2500 pagina’s dagjournaal op. Plas behoudt zich het recht voor vertrouwelijke persoonsinformatie in de journaals weg te lakken.
Het hof wil over de journaals beschikken omdat eerder is gebleken dat politie en justitie, bedoeld of onbedoeld, niet het achterste van hun tong hebben laten zien. Zo is er onjuiste dan wel onvolledige informatie verschaft over de vernietiging van technische bewijsstukken. Deze stukken zijn begin jaren negentig tijdens een grote opruimactie in het Amsterdamse hoofdbureau van politie vernietigd. De rechtbank is van die omstandigheid onkundig gehouden.
Het proces tegen H. loopt, mede door deze jongste ontwikkeling enorme vertraging op. De zaak zal, als alles volgens de huidige planning verloopt, pas in november kunnen worden afgesloten. Het is evenwel niet ondenkbaar dat de journaals vele nieuwe vragen en discussiepunten oproepen bij H. en zijn advocaten mr. W. Anker en mr. G. J. van Oosten.