Eis: 2 jaar tegen brandstichter Urk
Tegen de 19-jarige D. K. uit Urk is vrijdag in hoger beroep twee jaar cel geëist, waarvan zes maanden voorwaardelijk wegens brandstichting.
Volgens het openbaar ministerie in Arnhem is bewezen dat K. in september in Urk tijdens een inbraak in een woning brand heeft gesticht.
In de bewuste nacht ging de Urker met twee kompanen dronken naar het huis. Twee van de mannen hadden met de bewoner nog een rekening te vereffenen. Ze forceerden een ruit, gingen naar binnen, maar zagen dat de bewoner niet thuis was. Daarop stak K. het bankstel in brand. Nadat ze een cd-speler hadden meegenomen, ging het trio ervandoor. Zij wisten echter niet dat er nog twee mensen boven lagen te slapen. Een buurvrouw had intussen alarm geslagen. Bij de brand liep niemand letsel op.
Volgens de advocaat-generaal heeft K. met zijn ondoordachte gedrag voor een levensgevaarlijke situatie gezorgd. „Als de brand was doorgezet, hadden er doden kunnen vallen en had het vuur gemakkelijk naar andere huizen kunnen overslaan”, zei de aanklaagster.
K. stelde laconiek zich niet te kunnen herinneren waarom hij juist de brandstichting pleegde, mede omdat hij zelf geen ruzie met de bewoner had. „Ik weet niet waarom ik het deed, maar ik heb er het gevaar niet van ingezien.” Bovendien dacht de Urker dat „het vlammetje wel snel uit zou gaan. Ik ben weggegaan en heb niet meer op het bankstel gelet.”
Hoewel justitie erkende dat K. tijdens het incident licht verminderd toerekeningsvatbaar was en zich gemakkelijk door anderen laat beïnvloeden eiste de advocaat-generaal toch een forse celstraf. De eis is gelijk aan het vonnis dat de rechtbank in Zwolle de 19-jarige eerder oplegde.
De uitspraak is op 25 juni.