Aan de Koornmarkt en het begin van de Oudestraat, in de schaduw van de Bovenkerk, staan de panden waarin tot 2012 de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), vestiging Kampen, was gehuisvest. Voor het ontstaan van de Protestantse Kerk in Nederland, in 2004, was de instelling verbonden aan de Gereformeerde Kerken in Nederland en heette ze Theologische Universiteit Kampen. De gebouwen aan het begin van de Oudestraat staan nu leeg, maar de archieven hebben een plekje gekregen in de Stadskazerne, aan het einde van de Oudestraat. In dat gebouw is onder meer het Stadsarchief van Kampen ondergebracht.

Het symposium vrijdag stond niet alleen in het teken van de presentatie van de TUK-archieven. Archivarissen vertelden ook over de stortvloed aan kerkelijke archieven waarvoor een nieuw onderkomen wordt gezocht. Jacob van Sluis van Tresoar, beheerder van een collectie archieven van en over Friesland, zei dat archieven van kerkelijke gemeenten daarom steeds meer worden beoordeeld op hun waarde. „Niet elk archief dat wordt aangeboden, krijgt bij ons onderdak. We moeten selecteren. Het is ook niet nodig om van elk kerkgenootschap in elk Fries dorp alles te hebben.”

Hans Krabbendam, directeur van het Katholiek Documentatie Cen- trum, vertelde over de 1500 rooms-katholieke archiefcollecties, met een totale lengte van 12 kilometer. Het aantal parochies daalt op termijn van ruim 1400 naar ruim 200. Dat betekent dat bijna 1200 parochiearchieven nog vragen om een plaats. Ook hier wordt geselecteerd, aldus Krabbendam.

In de loop van het symposium werd ingezoomd op Kampen. George Harinck, directeur van het Archief- en Documentatiecentrum van de vrijgemaakt gereformeerde Theologische Universiteit aan de Broederweg in Kampen, wees op het belang van goede archivering. Volgens hem wordt de plaats van religie in het maatschappelijk debat groter. Hij noemde het daarom noodzakelijk om het verleden van de theologische opleidingen te kennen.

Een groot deel van het archief van de voormalige Theologische Universiteit aan de Oudestraat was te vinden op een zolder van een van de universiteitsgebouwen, waar haast niemand er wat aan had. Albert Mensema van het Stadsarchief Kampen, voormalig archivaris van het Historisch Centrum Overijssel, begon met het ordenen van de verschillende soorten archieven: van curatoren, hoogleraren, docenten, universiteitsraad, bibliotheek. Het liep uit op wat het nu is: drie bundels waarin staat wat er allemaal te vinden is in het archief.