Sint-Maarten houdt vast aan optimisme
Het leven op Sint-Maarten heeft na de verwoestende orkaan Irma weer een vorm gekregen. Auto’s rijden rond, supermarkten verkopen boodschappen, veel kinderen gaan naar school en volgende maand komt voor het eerst weer een cruiseschip in de haven van het eiland.
Maar de vernietiging is nog steeds groot. Er staan nog steeds gebouwen waarvan het dak helemaal verdwenen is. Meer dan 90 procent van de huizen en gebouwen op Sint-Maarten werd ruim twee maanden beschadigd.
In gesprekken met eilandbewoners komt steeds het uitdrukking ‘Sint-Maarten Strong’ naar boven. Sinds het eiland op 6 september door orkaan Irma werd getroffen is het een bezweringsformule geworden, als een variant op ‘Yes, We Can’. Mensen brengen elkaar in herinnering dat ze na eerdere orkanen er ook bovenop zijn gekomen. Mensen roepen het elkaar na, schrijven het in e-mails. Elke winkel die weer open gaat, elke nieuwe economische bedrijvigheid wordt gevierd. ‘Zie je wel, we kunnen het.’
Maar tegelijkertijd zijn veel mensen moe. De zestigjarige Paul zegt: „Veel mensen zijn moe van de situatie. Alles kost meer tijd. Een ritje met de auto, een afspraak met een elektricien. Alles duurt langer dan normaal. Dat put je uit.”
Op het eiland konden veel bedrijven het salaris van oktober slechts met moeite betalen. Men vreest de komende periode. Veel mensen zijn ook werkloos geworden vanwege de ingestorte toerismesector.
De beslissing dat Nederland 550 miljoen in een noodfonds steekt, voedt het optimisme van Sint-Maarten Strong. Gromyko Wilson schrijft op zijn Facebookpagina: „Ik kan niet wachten om ‘s ochtends het geluid van hamers te horen.”