Russische trekvogels brachten vogelgriep mee
Russische trekvogels hebben vorig jaar november vogelgriepvirussen mee naar Nederland gebracht. De virussen waren andere dan die in 2014 een uitbraak van vogelgriep veroorzaakten. Wetenschappers denken dat het H5N8-virus heel snel van genetische samenstelling kan veranderen, waardoor de kans op besmetting bij mensen en dieren toeneemt.
Dat staat in een onderzoek dat het bioveterinaire instituut van Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR) heeft gedaan naar de recente vogelgriepuitbraak. Het duurde tot in april van dit jaar voor alle maatregelen tegen verspreiding van de ziekte weer ingetrokken konden worden. Vijftien pluimveebedrijven zijn geruimd, ruim 727.000 dieren werden gedood en talloze wilde watervogels overleden.
Zodra de zeer besmettelijke vogelgriep is vastgesteld, geldt een ophokplicht voor pluimveebedrijven. Vogels op een besmet bedrijf en op naaste buurbedrijven worden afgemaakt om verspreiding van de ziekte te voorkomen. Uit het onderzoek blijkt overigens dat bedrijven elkaar niet hebben besmet. In de buurt van besmette bedrijven zijn dode en zieke wilde vogels gevonden. Alleen in Biddinghuizen hebben drie bedrijven elkaar mogelijk besmet.
In Nederland dook de ziekte voor het eerst op bij watervogels in Monnickendam. Er hebben zeker twee genetische varianten van het virus in Nederland gecirculeerd. De onderzoekers adviseren om trekvogelpopulaties in Rusland, Mongolië en Siberië te controleren om te voorkomen dat zij steeds agressievere varianten van de vogelgriep verspreiden.