Geen verband tussen vaccinaties en allergie
Voor een mogelijk verband tussen inentingen en toename van allergie bij kinderen is geen enkel bewijs. De hoge vaccinatiegraad van westerse kinderen en de toename van allergie zijn de laatste jaren vaak met elkaar in verband gebracht. Een vergelijking van alle wetenschappelijke studies op dit gebied leidt tot de conclusie dat een verband niet bestaat.
Onderzoekers van het Erasmus Medisch Centrum, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en de Universiteit Utrecht publiceren hun bevindingen binnenkort in het vakblad Vaccine. Vrijdag presenteerden ze de onderzoeksresultaten reeds voorafgaand aan een internationaal congres voor allergologen en immunologen in Amsterdam.
Vooral hoog opgeleide ouders in de grote steden laten hun kinderen soms niet inenten. Een van de redenen die zij daarvoor aanvoeren, is de veronderstelde verhoogde kans op allergieën die dit met zich mee kan brengen. „Dit kan niet langer een reden zijn om je kind vaccinaties te onthouden. De veronderstelling klopt niet. Vaccinaties zijn een van de grootste verdiensten van de gezondheidszorg", benadrukte onderzoeker S. Koppen vrijdag.
Wel denkt Koppen dat vaccinaties te verbeteren zijn. Zo lijken chronische wormeninfecties, bijvoorbeeld bij kinderen in Afrika, een positief effect te hebben op het onstaan van allergieën. „Door vaccinaties meer op dit soort natuurlijke infecties te laten lijken, kun je zorgen voor bescherming tegen de ziekte waartegen het vaccin is bedoeld en bescherming tegen allergieën", zei Koppen.
Allergie neemt in West–Europa epidemische vormen aan, blijkt uit cijfers van de European Academy of Allergy and Clinical Immunology. Ruim een kwart van de bevolking is gevoelig voor allergische aandoeningen en astma. Bij kinderen en jongvolwassenen is dit zelfs 40 procent. Leefstijl, voedingspatronen, stress, omgevingsfactoren en erfelijke aanleg zijn de belangrijkste oorzaken. De afgelopen twintig jaar is het aantal mensen dat lijdt aan allergische aandoeningen verdubbeld.
Oost–Europeanen blijken de leefgewoonten van westerlingen snel over te nemen met alle gevolgen van dien. In het voormalige Oost–Duitsland was het aantal mensen met allergieklachten binnen vijf jaar na de eenwording al net zo hoog als in het toenmalige West–Duitsland. Wetenschappers verwachten dat het de nieuwe lidstaten van de Europese Unie hetzelfde zal vergaan.
Met onderzoek en het vroegtijdig stellen van de diagnose kunnen veel allergieën worden voorkomen. De Europese Commissie heeft 14,4 miljoen euro gestoken in het project GALEN. Een netwerk van 650 onderzoekers uit zestien landen dat kennis over allergieën wil vergroten en verspreiden.