Het OM houdt hem verantwoordelijk voor het opsluiten, martelen en vermoorden van tientallen tot honderden mensen. A. heeft ontkend dat hij degene is die achter de misdaden zat.

Verdachte A. erkende wel dat hij destijds in de provincie Gojjam de militair gezant was van het zogenoemde Derg-regime. Deze dictatoriale heersers voerden na het omverwerpen van keizer Haile Selassie een schrikbewind. In de jaren zeventig werden in het Afrikaanse land vele tienduizenden (vermeende) tegenstanders zonder proces opgesloten en uitgeschakeld.

Volgens het OM komt de zaak tegen A. neer op „een aaneenrijging van verschrikkingen, die doelbewust zijn toegebracht in het kader van een terreurcampagne”. A. had in Gojjam een sleutelpositie en „besliste over leven en dood.” Veel van zijn slachtoffers waren minderjarig.

In 1990 kwam A. als asielzoeker naar Nederland waar hij uiteindelijk de Nederlandse nationaliteit kreeg. Toen hij al in Nederland woonde werd hij in Ethiopië bij verstek veroordeeld tot de doodstraf. Omdat het Ethiopische vonnis in Nederland niet uitgevoerd kan worden, is er een nieuw proces begonnen. In 2015 werd A. vastgezet.

In Nederland hebben het Team Internationale Misdrijven van de politie en het landelijk parket van het OM opnieuw onderzoek gedaan en de zaak voor de rechter gebracht. Een van de feiten op de aanklacht tegen A. betreft de gruwelijke executie van 75 jonge mensen, in een kerk op het terrein van een gevangenis. Deze massamoord zou zich hebben voorgedaan in augustus 1978. De slachtoffers werden gewurgd met touwen.

De rechtbank hervat het proces maandag met het pleidooi van de advocaten van de verdachte. De uitspraak van de rechtbank wordt pas tegen het einde van het jaar verwacht.