Opinie

Kritiek op Europa

Het is bij elke verkiezing weer opmerkelijk hoe vaardig politici zijn om het verlies van hun partij zo voor te stellen alsof het eigenlijk winst is. Zakt GroenLinks van 4 naar 2 zetels? Voor lijsttrekker Kathalijne Buitenweg is dat een prachtig resultaat. Maak maar eens een vergelijking met de laatste kamerverkiezingen, stelt zij. Toen scoorde GL maar zo’n 5 procent van de stemmen. Nu wel 7,5 procent.

11 June 2004 12:09Gewijzigd op 14 November 2020 01:19

Als VVD-leider Van Aartsen niet zo ruiterlijk toegaf dat zíjn partij het slecht heeft gedaan, zou je menen dat politieke verliezers niet bestaan!

Maar het duiden van de verkiezingen voor je eigen partij is nog iets anders dan het duiden van de totale verkiezingsuitslag. Hoe moet je dit resultaat interpreteren? PvdA-leider Bos weet er wel raad mee. De kiezer heeft radicaal afgerekend met het beleid van het kabinet-Balkenende. De coalitiepartijen kunnen op dit moment nog slechts bogen op zo’n 40 procent van de stemmen, stelt de oppositieleider tevreden vast. Impliciete boodschap van Bos: CDA, VVD en D66 moeten maar eens een toontje lager gaan zingen.

Het valt te hopen dat de meeste burgers door die redenering heen prikken. Want de mate waarin je deze verkiezingen vergelijken kunt met de nationale is zeer gering. De verkiezingscampagnes verlopen heel anders dan bij kamerverkiezingen, de thema’s waarover gedebatteerd wordt zijn volstrekt anders en de animo om naar de stembus te gaan is veel kleiner. De kiezers hebben heus wel door dat hun gisteren een uitspraak gevraagd werd over de inzet van Nederlandse partijen in Europa en dat hun niets gevraagd werd over het beleid van het huidige kabinet. Natuurlijk is het opmerkelijk dat alle drie de coalitiepartijen gisteren achteruit boerden, maar toch hadden we niet te maken met een opiniepeiling voor de eerstvolgende kamerverkiezingen. Snedig en terecht merkte CDA-lijsttrekker Eurlings daarom op „dat Bos en zijn partijvoorzitter Koole zelfs vanavond nog niet door hebben waar deze verkiezingen over gaan.”

Welke les kun je wél uit deze verkiezingsuitslag trekken? Dat de kiezer, gezien het hogere opkomstpercentage, toch weer meer van Europa gaat houden? Ook dat is niet de goede conclusie. Want de hogere opkomst lijkt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het succes van zogeheten protestpartijen. De Partij voor de Dieren en Europa Transparant haalden samen meer dan 10 procent van de stemmen. Van Buitenen, lijsttrekker van Europa Transparant, mag dan de hoop uitspreken dat mensen niet uit een volstrekt anti-Europa-gevoel op hem hebben gestemd -„Ik ben niet tegen Europa”-, dat de steun die hij van de kiezers kreeg verband houdt met een algemeen onbehagen over de gang van zaken in Brussel en Straatsburg is duidelijk.

Daarom is een aannemelijker uitleg van deze verkiezingen dat onder burgers de kritiek op het functioneren van Europa toeneemt. Zo luidde ook de analyse van VVD-leider Van Aartsen die twee van zijn zes zetels in Brussel verloor. Behalve de onrust in zijn partij door Dijkstal en Nijs, voerde hij aan dat „wij een te pro-Europese campagne hebben gevoerd.”

Een laatste bewijs van de stelling dat de kritiek op het reilen en zeilen van Brussel groeit, is matige uitslag voor ChristenUnie en SGP. Zij verloren zo’n 29.000 stemmen, wat gelijk staat aan ongeveer 10 procent van de kiezers die in 1999 op hen stemden. Dat aantal is des te ernstiger als we zien dat de totale opkomst dit keer een stuk hoger lag. Het ligt zeer voor de hand dat de onrust die er de afgelopen weken ontstond over het manier waarop met name lijsttrekker Blokland omging met zijn onkostenvergoedingen invloed heeft gehad op het aantal stemmen. Blijkbaar hebben de onderzoeken die beide partijen naar deze kwestie lieten verrichten, een deel van hun kiezers niet overtuigd.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer