”Ik ben precies goed”
Den Haag, 10 december 2016. De Mars voor het Leven. Een zich traag voortbewegend lint van mensen omsingelde het regeringscentrum. Stap voor stap vroegen duizenden voeten om stilte, om stil te staan. Stilstaan bij het menselijk drama dat zich vrijwel geruisloos voltrekt in onze moderne samenleving. Stop abortus, stop euthanasie. Kies voor het leven.
Er is een beeld dat ik niet snel zal vergeten. SGP-fractieleider Van der Staaij stond op het podium. Op de schemerige achtergrond werd plotseling een poster zichtbaar. Levensgroot zat een meisje op een enorme groene pompoen. Ze was een jaar of vier, vijf. Onmiskenbaar een meisje met down. Ze keek ons aan met een soort ontwapenende oprechtheid die je meteen voor zo’n kind inneemt. Naast haar stond met dikke letters: ”Ik ben precies goed”. Terwijl we dicht opeengepakt op het plein naar deze kleuter stonden te kijken, wisten we dat het waar was: ze was precies goed. Van der Staaij trok de conclusie: „Liefde telt geen chromosomen.”
Een halfjaar later. 18 juli 2017. In het holst van de nacht ging de telefoon. We sprongen uit bed. Het moment waarop we hadden gewacht. En ja, het was onze schoonzoon. Een dochtertje, Veerle. En ze had het downsyndroom. Op het moment dat we het hoorden, sloten we het meisje in ons hart. „Anders, maar zo lief en klein. Heel speciaal, dit kindje, waarvoor we God dankbaar zijn”, stond op het geboortekaartje.
Veel kinderen met down worden nooit geboren. Afgekeurd, afgewezen, geaborteerd. Vast en zeker niet omdat de toekomstige ouders niet van dit kindje zouden kunnen gaan houden. Wel omdat ze voorgelicht worden, bang gemaakt. „Kunnen jullie dat wel opbrengen? Denken jullie eens na over de consequenties van een kindje met het syndroom van Down. We kunnen dit kindje ook te vroeg geboren laten worden.”
Ik kijk Veerle in haar grote heldere ogen. Het kleine platte neusje, het tongetje dat op een grappige manier steeds weer een weg naar buiten zoekt. Hoe kan het zijn dat zo’n kindje niet welkom is? We moeten als volk wel totaal verdwaasd zijn. En verkeerd geïnformeerd.
In Medisch Contact (2009) stond onder de titel ”Downsyndroom mag er zijn” een wetenschappelijk overzichtsartikel waarin de kinderarts R. Borstlap constateerde dat uit onderzoek niet is op te maken dat gezinnen met een kind met het downsyndroom zwaarder belast zijn dan doorsneegezinnen. Men moet meer inspanningen verrichten, er zijn meer zorgen, maar de positieve effecten overstijgen de negatieve.
Downtjes kunnen als geen anderen liefde en verbondenheid oproepen in hun omgeving. Zij gunnen ons een inkijkje in een wereld die wij niet meer kennen: een wereld zonder wantrouwen en achterdocht. Soms bekruipt me de gedachte dat er een boze macht is die wil voorkomen dat er kinderen geboren worden op wie God met bijzondere ontferming Zijn ogen slaat, en die zo veel kunnen betekenen voor de onderlinge verbondenheid.
In naam van alle Veerles vraag ik u om er te zijn, op zaterdag 9 december op het Malieveld in Den Haag. Laat de NIP-test niet hun toekomst bepalen. Laten we met stilte de hardvochtigheid ontmaskeren.
Het is niet zinloos. Van der Staaij sprak vorig jaar over de muren van Jericho. De vraag is natuurlijk niet of de muren van Jericho ingestort zijn door de hardnekkige omloop van duizenden Israëlieten. De vraag is of de muur gevallen zou zijn als er geen mensen geweest waren die, gedreven door geloof, hoop en liefde, zeven dagen lang de stad met hun stilte hadden omsingeld.
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl