Het kamp van de Chinezen, in een woestijn in de provincie Kunduz, werd volgens het Chinese persbureau Xinhua door ongeveer twintig mannen onder vuur genomen. Het hoofd van de politie in Kunduz, Mutaleb Beg, zei te vermoeden dat strijders van de krijgsheer Gulbuddin Hekmatyar achter de aanval zaten. Het kamp, waar ongeveer honderd Chinese wegwerkers sliepen, was volgens Beg niet omheind en had twee bewakers, van wie er slechts een gewapend was. Een van de bewakers werd ook gedood. Beg had het overigens over zes tot acht aanvallers.

De Chinezen werkten in Afghanistan aan het herstel van een snelweg tussen Doshi in de provincie Baghlan en de grens met Tadzjikistan en een weg tussen de steden Baghlan en Kunduz.