Molenbeek kan terreurlink moeilijk afschudden
De Brusselse gemeente Molenbeek wordt sinds enkele jaren in verband gebracht met terrorisme. Ondanks pogingen om het imago op te poetsen, blijft het beeld kleven dat radicalisering, criminaliteit, armoede en islamitisch extremisme er de boventoon voeren.
„Ik stel vast dat er bijna altijd een link met Molenbeek is, dat is een gigantisch probleem”, zei de Belgische premier Charles Michel in november 2015 nadat er zeven mensen waren opgepakt in verband met de aanslagen in Parijs van die maand. Later bleken ook verscheidene daders van de aanslagen in Brussel van maart 2016 banden met Molenbeek te hebben. Zo hield terreurverdachte Salah Abdeslam zich er maanden schuil voordat hij werd opgepakt.
Ook de man die augustus 2015 met een kalasjnikov de Thalys in Brussel instapte verbleef in Molenbeek, evenals de vermoedelijke dader van de aanslag op het Joods Museum in Brussel in 2014. Afgelopen juni probeerde een 36-jarige man uit Molenbeek een aanslag te plegen op station Brussel-Centraal. De aanslag mislukte en de man werd doodgeschoten door militairen.
De gemeente Sint-Jans-Molenbeek in het westen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt ruim 96.000 inwoners. Molenbeek groeide in de 19e eeuw uit van landbouwdorp tot industriële randgemeente en is tegenwoordig een migrantenwijk. Een groot deel van de inwoners is van Marokkaanse afkomst. De werkloosheid is er hoog en het gemiddelde inkomen is er met 17.000 euro per jaar relatief laag.
Burgemeester Françoise Schepmans zei in 2015 „extreem geschokt” te zijn over de aanslagen zelf en de link tussen het terrorisme en haar gemeente. Volgens haar zijn projecten om de radicalisering van jongeren in haar gemeente tegen te gaan veel te laat begonnen, met veel te weinig geld.
De Belgische overheid heeft in de strijd tegen radicalisering en terrorisme het zogenoemde Kanaalplan ontwikkeld. Volgens minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon werpt dat vruchten af.
Vlaams Belang-kopstuk Filip Dewinter wil vrijdag aan PVV-leider Geert Wilders laten zien dat het straatbeeld in de „jihadhoofdstad van Europa” wordt gedomineerd door moslims. Schepmans heeft het bezoek verboden uit vrees voor ernstige verstoring van de openbare orde.