Oud-bankbaas Curaçao: aan schandpaal genageld
Oud-directeur van de Centrale Bank van Curaçao en Sint-Maarten, Emsley Tromp, stelde vrijdag in zijn slotwoord tegenover de rechter op Curaçao dat hij zich aan de schandpaal genageld voelt. Tromp, sinds 1991 directeur van de Centrale Bank, staat terecht voor belastingfraude met zijn eigen pensioenstichting.
Voor de Nederlandse advocaat van Tromp, Niels van der Laan, is de hele zaak een puur fiscaal vraagstuk en „zou de rechter zich er niet over moeten of willen uitspreken”. De rechter doet op 17 november uitspraak.
Volgens het Openbaar Ministerie heeft Tromp over de periode 2006 tot en met 2014 opzettelijk niet alle inkomsten van zijn pensioenopbouw aan de belastingdienst opgegeven. Tijdens de zaak werd bekend dat Tromp in 2014 een jaarsalaris ontving van 850.000 euro.
Het OM had donderdag een geldboete van 10 miljoen Antilliaanse gulden geëist (omgerekend bijna 5 miljoen euro). Verder een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaar. Hij werd deze maand ontslagen.
Tijdens de rechtszaak zei Tromp dat hij in 2011 ontslag wilde nemen toen hij problemen kreeg met toenmalig premier Gerrit Schotte. Hij vertelde de rechter dat toenmalig minister van Koninkrijksrelaties Piet Hein Donner hem „persoonlijk namens de Nederlandse regering had gevraagd om aan te blijven”. Tromp: „Ik heb het gedaan in het landsbelang. En nu heb ik deze zaak.”
In de regiezitting in juli dit jaar stelde hij nog dat Nederlands politici achter de rechtszaak zitten om hem „te pakken”. Tijdens de inhoudelijke behandeling kwam hij daar niet meer op terug.